United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo hij mij in deze crisis had willen bijstaan, zonder mij vernederende voorwaarden op te leggen, zou hij het geleende geld nevens het andere eenmaal met winst hebben terugbekomen; nu heeft hij zelf mij de gelegenheid benomen om mij met hem afzonderlijk te verstaan."

Hij las verder: "'t Is altijd jammer, dat je niet mee bent gekomen; hier in Amerika is nog wel geld te verdienen... Schrijf mij toch eens terug; je hebt mij ook niet geantwoord op mijn brief, waarbij ik je vijftig dollars zond. Ik wil je nog wel eens wat zenden, maar ik ken je zwak en zeg nogmaals: den drank moet je laten, anders wordt die je ongeluk... Jawel, jawel, dat is net zoo.

Die zegt, dat zy by eene zeer fatsoenlyke Vrouw gelogeert is; eene Weduw, die op de Keizersgragt woont. Juffrouw de Brunier schynt wel wat lugtig; maar dat's háár zaak. De Weduwe zal my wel innemen; althans, Letje zal het haar voorslaan. Ik laat my niet langer plagen: ik verteer te veel geld. Ik ben immers niet kwaad, Naatje? maar zo te leven is my onmooglyk.

Maar nu dat geld, weetje waar 't gewisseld worden kan? En zal je 't niet verdoen? Neen, juffrouw, zeker niet! Maar... 't Is waar ook, je durft met die malle plunje de stad niet in. Dat zal toch moeten! En heel naar Haarlem dan, hoe zou je d

Door eerst in Indië, daarna in Engeland en Amerika, voordrachten gehouden te hebben, waarin zij het lot van die kinderen beschreef, verkreeg zij geld en hulpkrachten, om verzachting aan te brengen.

Er was dus geen denken aan, dat hij onmiddellijk den tocht naar de Sibaoe's zou kunnen aanvaarden. Te meer, daar hij voor dien tocht veel geld zou moeten uitgeven en daarom geen winstgevende zaak mocht laten loopen. Het verhaal van Verveer wilde hem echter niet met rust laten. Onophoudelijk spookten hem allerlei overleggingen door het hoofd. In het eerst meende hij niets te zien dan bezwaren.

"Maar man!" zeg ik: "UEd. is zeker abuis. Ik ben geen geld te wachten." "Geen abuis ter wereld," zegt hij, terwijl hij het geld al vast voortelde: "zoo UEd. Lucas Helding is: 29, 30, 81." "Maar van wie komt het toch?" vroeg ik. "Ja! dat mag ik niet zeggen: 45, 46, 47." Het was mij alsof alles mij draaide voor de oogen! zulk een som gelds te zien. "Wel!" zeide Heynsz: "ik zou het maar opsteken.

Hij vroeg haar den sleutel van de geldkast en nooit meer zag zij hem terug. Wanneer ze geld noodig had moest ze 't hèm voortaan vragen. Kort was hij met haar in zijn woorden en deze klonken steeds als bevelen. Nooit noemde hij haar bij den naam.

»Terre et ciel! ik hoor daar dat gij eenige malen millionair zijt, waartoe nu zooveel ijver om nog meer geld te verdienen?" »Juist omdat ik nu zooveel geld heb, moet ik er mee werken. Het is met het geld als met het bloed in de aderen, het moet in beweging blijven of het bederft. Als ik ging zitten rusten op mijne schatten, liep ik gevaar van verveling te verteren en Claudine ongelukkig te maken.

Terwijl ik die kunsten nu nog volkomen meester ben, ja nu nog, kan ik er geen examen in doen. Ik moet bepaald karton kunnen snijden en geen aardappel schillen. En zoo beteeken ik als handenarbeider niets en zijn de anderen autoriteiten. Ook krijg ik er geen extra geld voor. Je hebt geen schoenen- en aardappeldiploma's.