United States or Monaco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een bij hem langs sluipende Hagedis of het gekwaak van een Kikvorsch kan hem uit zijn leger verjagen, en zelfs als hij in vollen ren is, kan men hem door gefluit, dat niet eens krachtig behoeft te zijn, doen stilstaan. Ten onrechte noemt men hem zachtaardig.

Men zou hem wel niet onthoofd hebben; er moet immers barmhartigheid zijn? maar men had hem levenslang kunnen verbannen. Men zou een voorbeeld hebben kunnen stellen enz. enz. Bovendien was hij een godloochenaar, zooals al die lieden.... Gekwaak van ganzen over den gier. Was G. dan een gier? Ja, wanneer men naar zijne woeste eenzaamheid oordeelde.

Toegevend, dat de beschaving toch ook wel iets goeds heeft, slapen we in, in slaap gewiegd door het gekwaak van duizenden kikkers in het stilstaande water der moerassen.

In sloot en in plas klinkt het minziek gekwaak der kikvorschen bij hun dagenlangen wellust. Op donkere plekken liggen paarsgewijs in elkander gekronkeld sissende slangen, schier bezwijmend van genot en rillend van verrukking.

Hij had werkelijk eenige verandering in den bodem opgemerkt en zij waren nog geen drie uur verder, of de grond werd moerassig en hier en daar vertoonden zich gewassen, die aan waterplanten deden denken. Weldra zag men eenige gaugas, een soort wilde eenden, opvliegen en toen de zon naar de kim begon te dalen, begon het gekwaak van kikvorschen.

Die vreemde bevolking der secundaire periode is, zooals wij zagen, met de labyrinthodonten begonnen. Stellen wij ons behalve die vreemde vormen ook nog de woeste kreten van al die kruipende dieren voor: het geloei en gehuil der dinosauri, het gekwaak van den labyrinthodon, dien reusachtigen kikvorsch, aan den oever van de zilte meren!

Aan de eene zijde vloot de rivier binnen hare modderige oevers, waar het gekwaak der padden en kikvorschen en het schrille gepiep der sprinkhanen zich lieten hooren. Op de watervlakte dobberden eenige visschersschuiten, die midden op stroom ten anker lagen, terwijl er ook op het droge gehaald waren.

Hij is een weinig grooter, dan een gewoone eendvogel, wanneer die geplukt is. Zyn gekwaak, het welk hy doorgaans niet dan des nachts laat hooren, is ongemeen sterk.

Zijn lokstem is een knippend geluid; een onbehagelijke gemoedstemming geeft hij door een snorkend "sjarr" te kennen, angst door een krijschend gekwaak; zijn zeer aangenaam gezang is gekenmerkt door lange, luide, trillende fluittonen, die dikwijls herhaald worden; het gelijkt op dat van andere Rietzangers, maar brengt toch ook weer dat van den Kwikstaart of van de Boerenzwaluw in herinnering; er is zooveel afwisseling in, dat het op een lijn gesteld kan worden met het lied van de Grasmusch.

De felle wind rimpelde de oppervlakte van den Vijver, en joeg de eenden, die met luid gekwaak wegzwommen, onder de beschermende schaduwen van het eilandje. Alleen de zwanen dreven trouw en statig naast elkander over den bewogen waterspiegel, en gaven om wind noch regen.