United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Goethes moraal wordt: zie de uit uw wezen voortvloeiende wetten in overeenstemming met de wetten des geheels. Doch daartoe moet alles overwonnen worden, wat den mensch afhankelijk maakt van de buitenwereld. Zelfbeperking en ontzegging wijzen dus den weg tot heil. Zelfs God kan niet buiten de wetten gaan, die uit zijn wezen voortvloeien, zoo luidt een woord van Spinoza dat Goethe diep ontroert.

Zij, de Natuur, is niet anders dan de algemeene en onveranderlijke Orde, door den verheven Veroorzaker in alles ingeschapen, en het geheel van de daarovergestelde algemeene en bijzondere wetten. Door die voortdurend gebruikte middelen roept zij onafgebroken haar voortbrengselen tot aanzijn, verandert en vernieuwt ze onophoudelijk en bewaart alzoo overal de Orde des Geheels.

Toen ik doordrongen was van deze waarheden voelde ik wel, dat om ze aan mijn leerlingen te geven ik, in plaats van mij dadelijk in bijzonderheden te verliezen, hun vóór alles de algemeene verhoudingen omtrent alle dieren moest toonen; het verband des geheels, alsmede de wezenlijk daarop betrekking hebbende beschouwingen.

Waarom zoude ik het verzwijgen, dat de figuur van Haeften mij, om het harmonische, dat zij den indruk des geheels geeft, beviel? Er is, in de bescherming, welke hij den kinderen toezegt, iets, dat ons met het lot des vaders verzoent. En echter, hoe zeldzaam is de afloop van verbintenissen van dien aard zoo weemoedig-bevredigend!

Waarom wacht je niet tot iets geheels je aangeboden wordt? Niemand begrijpt je zóó goed als ik. Niemand kan meer van je houden!" Doch hij lachte bitter en wierp de deur zóó hard achter zich toe, dat het heele huis dreunde. Toen liep hij naar het raam en bleef, met zijn handen diep in zijn jaszakken, staan uitkijken.

Onze schilders bezitten een eigenaardig talent voor het huiselijke. Ik heb het hun zelden zoo zeer benijd als in dit oogenblik; want ik moet u een klein vertrek binnen leiden, zoo klein, dat gij het met een' enkelen oogopslag kunt overzien. Gelukkig dat het avond is, dat er een tinnen kapje werd gezet op de kleine lamp die in het midden der kamer op tafel staat anders gaf ik dadelijk den wedstrijd met hen op. Maar schort het geheel aan mijn gebrek aan talent? Staar eens een oogenblik in die graauwe schemering, buiten den kring des lichts, rond, en ge zult begrijpen, waarom de heeren van het penseel zoo ongaarne hedendaagsche binnenhuizen schilderen, waarom zij bij voorkeur de stoffaadje der zeventiende eeuw kiezen. Of zou het u invallen den weerzin, welken hun dit vertrek zeker inboezemde, toe te schrijven aan de menigte der voorwerpen, welke gij allengs ontdekt? Neen, er is geen enkel onder deze, dat zich opdringt, dat uitsteekt, dat schreeuwt. Er heerscht zelfs meer orde in hunne plaatsing lof zij der huisvrouw! dan een schilder verlangen, dulden zoude. Maar de lijnen dier meubelen, maar de vermenging van allerlei stijl, in den vorm dier sieraden; maar het volslagen ontbreken van een' harmonischen indruk des geheels, ziedaar zwarigheden, welke moeijelijker zijn te boven te komen, dan dat de kamer tevens tot huizen en tot slapen dient. Nog eenmaal zij de moeder des gezins geprezen, er komt desondanks in het vertrek niets aan het licht, dat der keurigste kieschheid ergeren kan. Doch orde in de schikking, en zindelijkheid in het gebruik, het zijn wel voorwaarden van schoonheid, maar zij volstaan voor haar wezen niet, dat eischt meer. Ik zou dan ook geen woord reppen van dien vierkanten klomp houts, eene chiffonnière geheeten zijn beslag is nog glanzig of het pas uit den winkel kwam als er naast de kleine, heel kleine pendule, op deze geplaatst, niet een paar jannen van kastanjevazen hadden gestaan. Ik zou mij bij gebreke der golvende lijnen van een ouderwetsch spiegelkabinet wel wachten, u een aanregtje, alias trumeau, te wijzen, dat ons leelijk schoeisel aan het licht brengt, als zich daarop niet een hooge pijpenstandaard had verheven, wiens krullende koperen slang verwaten neerzag op een paar herders en herderinnetjes van porselein. Ik zou maar ge schenkt mij de verdere beschrijving, dewijl ik niet als de schilders stoffeeren mag,

Het zedelijk streven van den mensch is, in zijn grond beschouwd, niet eigen werk, maar de Godskracht in hare werkzaamheid; want naar ons wezen zijn wij het Algemeene, en de Geest des Geheels heeft hier zijne inwoning. Het streven opwaarts is, alzoo beschouwd, de aantrekkingskracht die van boven werkt, en de Faust-dichter noemt deze aantrekkingskracht: het eeuwig-vrouwelijke.

Daar elk deel noodwendig moet veranderen en al verkeerende zichzelf opheffen, zoo druischt zijn belang in tegen dat des geheels. Zoo het verstand heeft oordeelt het dat Geheel kwalijk gesteld te zijn. In werkelijkheid echter is het Geheel der dingen volmaakt en vervult volkomen het doel, waarvoor het bestemd was. Korte Inhoud van het Eerste Deel

Zoo begrijpt de Straatsburger student welke détails, blijkens den geest des geheels, aan de cathedraal ontbreken, en ziet: de oorspronkelijke teekening stelt hem in het gelijk! Men wilde indertijd niet toegeven, dat een wijsgeer-dichter, krachtens zijn dichterschap, baanbreker op het terrein van de natuurgeleerdheid kan wezen.

Doch hierdoor was de keuze van het milieu, waarin zijn gedicht zou spelen, van de menschen die hij zou oproepen, vrij streng bepaald: Grootsteedsche menschen kon hij niet gebruiken, want die omhangen en omsnoeren hun ziel gelijk hun lijf; ze willen te sterk individueel ontleed worden, om met korte duidingen zich te laten verheffen in de sfeer des geheels.