United States or Svalbard and Jan Mayen ? Vote for the TOP Country of the Week !


En er zijn plaatsen aan te wijzen waarin de vindingen des dichters aan de grieksche mythologie ontleend schijnen; als b. v. waar de onderlinge slachting in het kaïnietische leger den broederkrijg voor den geest roept, die het uit de aarde ontstane volk van Cadmus tot op een gering aantal doet versmelten.

Cn. Flavius in den senaat werden opgenomen. Zijn geheele werkzaamheid als censor was in democratischen geest en gekant tegen de belangen zijner standgenooten, de patricii. Claudius was consul in 307 en in 296, in welk laatste jaar hij de Etruscers versloeg. De heilige hoenders, die ongunstige voorteekenen gaven, had hij in zee laten werpen.

De werkbijen beheerschen haar geheel; zij ontwerpen voor haar de dagorde en gebruiken haar tot het welzijn van de kolonie, in denzelfden geest als in de menschenwereld een fijn en kostbaar méchanisme door een vakman gebruikt wordt om eenig waardevol handelsartikel te vervaardigen.

Gij zijt beter op uw plaats in de salons, dunkt mij, dan in de prairie." "O wee, tante!" lachte Tom; "daar schiet gij een geweldigen bok. Raad eens wie deze sir is!" "Dat zal ik maar niet doen. Misschien zult gij wel zoo goed zijn, het mij liever te zeggen?" "Neen, zoo gemakkelijk zal ik het u nu eens niet maken. Gij dient er ten minste een oogenblik uw geest op te scherpen.

De Geest van het toekomstige Kerstfeest leidde hem, evenals te voren hoewel op een anderen tijd, scheen het hem: ja, het kwam hem voor dat er geen geregelde orde was in de visioenen die deze Geest hem liet zien, behalve dat zij allen in de toekomst lagen naar plaatsen die bezocht werden door mannen van zaken, doch toonde hem niet zijn eigen-ik.

Ook hunne godsdienst en hunne mythen, voor zoover die ons bekend zijn, ademen een geheel Indischen geest.

Weldra hoorde men op den hoorn blazen; het was een afschuwelijke muziek, die de vogels op de vlucht dreef; en even daarna verschenen gemaskerden op het plein. Aan hun hoofd wandelde Penda-Penda, de vrouwelijke Simon, de echtgenoote van den Grooten Geest. Deze figuur had een reusachtig hoofd, ruw uit hout gesneden en vastgehecht aan eene stof, die van onderen in een soort van biezen rok uitliep.

De dichtkunst der vijftiende eeuw schijnt bijna zonder nieuwe gedachten te leven. Er is een algemeene onmacht tot nieuwe fictie; het is slechts bewerken, moderniseeren van de oude stof. Er is een pauze in de gedachte; de geest is klaar met het middeleeuwsch gebouw, en talmt vermoeid. Er is leegheid en dorheid.

De hemel blaakte boven onze hoofden; de sneeuw zelve scheen te branden; en dewijl, bij het dansen der vlammen, de vurige tonen van het bloedroode licht dan eens met de helderheid des bliksems, dan weder met vale rosheid over de heide golfden, was het voor de oogen en voor den geest, alsof eene onstuimige zee van onzichtbaar vuur over de sneeuw hadde gevlot...

Derhalve bedroeft zich de Geest in zoover als zijn vermogen tot begrijpen, d.w.z. St. I v.d. H.t.b.w. Onder Edelmoedigheid echter versta ik die Begeerte krachtens welke ieder, alleen op voorschrift der Rede, er naar streeft anderen te helpen en door vriendschap aan zich te verbinden.