United States or Jamaica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe gelukkig zou ik zijn, indien ik slechts aan het lichaam mocht lijden." Dit laatste gezegde was vergezeld van een diepen zucht, waarvan de holle toon Lina met angst en benauwdheid vervulde. De strakheid van Geeraarts scherpe blikken deed haar voor een vervaarlijk nieuws vreezen.

Degene, die het bier in Geeraarts aangezicht gesmeten had, raapte den Stooter van den grond, en, hem bezien hebbende, wierp hij hem met afschrik op eene tafel. "Ziet, ziet, er is bloed aan den Stooter," riep hij, "menschenbloed!" Al zijne makkers drongen rondom de tafel, en deinsden van schrik weder achteruit, alsof zij het lijk gezien hadden, waarvan zij dit bloed waanden voort te komen.

Frans liet het dwaze grauw in het onedel werk voortgaan en kwam na eenigen tijd terug bij zijne zuster, die nevens het roerlooze lichaam van haren minnaar geknield nederzat en den Heer om genade voor hem smeekte; hij, Geeraarts gesteltenis vluchtig onderzoekende, bevond, dat zijn hart nog klopte en dat slechts eene bedwelming hem van gevoel had beroofd.

Nog lang redekavelden zij op dien toon, totdat de oude vrouw het waken moede werd en tot hare dochter geeuwend sprak: "Kind, sta op, wij zullen gaan slapen, want 't is al zoo laat!" Dit bevel behaagde het meisje niet, daar zij de hoop op Geeraarts komst nog niet verloren had; zij wist niet wat uit te vinden, om hare moeder op te houden. Zou zij liegen?

Niets aanhoorende dan zijne woede, liep hij uit al zijne macht door de wegen van het Galgeveld en zag eindelijk Geeraart met Lina, een weinig verder, achter een boschken verdwijnen. Razende van vreugde en toorn, kwam hij op de bevende gelieven aanvallen; en Geeraarts mantel afrukkende, zag hij het beulsgewaad.

Ja, wanneer men haar het ambt van Geeraarts vader als een scheldwoord toewierp, en dat men haar beulsvrouw of nog erger noemde, verblijdde zij zich, omdat zij dan den edelmoed en de zuiverheid harer liefde gevoelde en dacht, eene aan God aangename drift te voeden.

Gelukkig, dat het geraas der menigte, die op het midden van het Galgeveld nog even hardnekkig en even verward naar den beul zocht, het geschreeuw van Geeraarts moordenaar verdoofde; want anders ware Lina gewis in korten tijd van een aantal andere vijanden omringd geweest.

Terwijl men de gerechtsdienaren mishandelde, om hen te doen zeggen, waar de scherprechter zich bevond, was er een man die de daad van Frans bemerkt had, toen deze den mantel over Geeraarts schouder wierp: hij had gezien langs welken kant de vrouw met den verkleeden man verdwenen was, en dacht nu met recht, dat dit ongetwijfeld de beul moest zijn.