United States or Gabon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar het is zeer de vraag, of zij, die nooit vragen, ook wel ooit aan God hebben gevraagd; of de nooit kritiseerenden wel ooit hun eigen zielloos formalisme gekritiseerd hebben; en of zij, die nooit verwierpen, wel ooit hebben aangenomen. Men zij voorzichtig met het formuleeren der godsdienstige waarheden in kindertaal. Iedere zielkundige onjuistheid kan zich later wreken.

En dit zal Chrestien òf niet hebben begrepen òf niet hebben kunnen gebruiken, in plaats waarvan hij met al het formalisme van een ceremoniemeester, een heel simbool maakt dat Lancelot liefde boven riddereer stelt, wat per slot van rekening toch maar een kleine inbreuk was op de riddergewoonten: dat hij in een kar reed in plaats van te paard.

Het is de dag des Heeren in dien zin, dat ge op dien dag uw God niet in de wereld, maar in afzondering van die wereld te dienen hebt. Kleingeestigheid en formalisme heeft hierbij niets te zeggen. Dat is Farizeïsme, alsof het God te doen zou zijn om te zien, wie het nu 't verst bracht in de uitrekening van wat op aarde wel ongedaan kan blijven.

Het algemeene formalisme ligt ook ten grondslag aan het geloof in de werking van het gesproken woord, dat zich in de primitieve cultuur in zijn volheid openbaart, en zich in de late Middeleeuwen nog handhaaft in zegenspreuken, tooverspreuken, dingtalen. Een plechtig verzoek heeft nog iets solemneels, iets van het dwingende van den sprookjeswensch.

Nog schadelijker werkten het doode formalisme, het ziellooze ceremonieel, het strakke en spitsvindige orthodoxisme, die welhaast het geestelijk leven uitdoofden, en de eenmaal zoo krachtige en bloeiende oostersche Kerk rijp maakten voor den diepen val, waaruit zij zich sedert nooit meer heeft kunnen opheffen.

Eerst langzamerhand dringt in het middeleeuwsche recht de uitzondering door, dat men niet door een onwillekeurige verspreking in het eedsformulier zijn recht verliest. De sporen van dat formalisme in rechtzaken zijn ook in de latere Middeleeuwen nog voor 't grijpen.

Een zeer duidelijk bewijs er voor, dat "formalisme" den Duitscher niet in hart en nieren zit, ziet men daarin, dat zij allen zoo weinig overeenstemmen in hunne uiterlijke of lichamelijke gedaante. Het is bij de Duitschers moeielijker dan bij eenig ander volk, eene nationaal-physionomie en een familie-type duidelijk aan te geven.

Al de opgesomde trekken laten zich vereenigen onder het begrip formalisme. Het ingeschapen besef van de transcendentale wezenlijkheid der dingen brengt mee, dat elke voorstelling in onwrikbare grenzen staat omlijnd, geïsoleerd in een plastischen vorm, en die vorm heerscht. Doodzonden en dagelijksche zonden zijn naar vaste regels te onderscheiden.

In hetzelfde licht is de verbazing van Gerson te beschouwen, dat ondanks alle prediking de zeden nog niet verbeterden: ik weet niet, wat ik zeggen moet: voortdurend worden er preeken gehouden, maar altijd tevergeefs. Onmiddellijk uit het algemeene formalisme vloeien voort die eigenschappen, die aan den geest der latere Middeleeuwen zoo dikwijls een karakter van holheid en oppervlakkigheid geven.

Of de symmetrie dezer reeks werkelijk een verborgen bedoeling heeft laat ik in het midden; gegeven Dante's zin voor formalisme lijkt het mij wel waarschijnlijk. Ik wijs er nu echter op dat bij mijn driedeeling de afscheidingen zoodanig vallen dat de eerste beide hoofdstukken elk omvatten 10 en het derde 11 gedichten. Beschouwt men nu het laatste sonnet als een soort van epiloog en inderdaad bevat het het resultaat van de geheele voorgaande ontwikkeling dan is deze indeeling in drie (drie-eenheid) hoofdstukken, van elk tien (volmaakte getal) gedichten geheel in overeenstemming met diezelfde getallenmystiek die ook de indeeling der Commedia beheerscht. (Drie boeken, waarvan twee bestaande uit 33 (3