United States or Panama ? Vote for the TOP Country of the Week !


En zie je, het moet toch! fluisterde hij verder; ik kan toch maar zoo niet blijven hangen, terwijl ik Théodore over zuinigheid zie schrijven, en mama zucht, dat ze niet toekomt; vindt je niet? Zij zag hem met een langen, zachten blik aan, terwijl hij een beetje verlegen voor haar stond. Goed, sprak ze. Ik zal je helpen.

Hij durfde nog niet hopen: de pols was zwak, had de dokter gezegd. Na een lange, lange poos kwamen de twee heeren terug; zij slopen zacht voort en hielden de deurknop vast; Abraham keerde zich naar hen toe met een vraag in elken trek van zijn angstig vertrokken gezicht. "Hij slaapt; alle gevaar is voorbij," fluisterde de professor.

Ze weende alweer, maar de lichte toets van die vreemde hand op de hare, was haar zoet. Wat vreest ge? vroeg hij. Ge wilt mij toch helpen, niet waar? Ze fluisterde: Ik weet niet wat ge zegt.... Ik vrees niets.... Ik vrees niets meer.... Ik heb mijne oogen altijd vol tranen.... Lijdt ge? Ze keek hem aan, wendde dan langzaam hare blikken. Haar gelaat was mat en verwoest.

Waarom, waarom? fluisterde ze en ze haastte zich, daar ze zich verkleeden moest vóor het diner. Het zou een eenvoudig, huiselijk dinertje zijn. Om halfzes kwamen de Ferelijns en kort na hen Emilie met Georges. Betsy ontving ze in den salon en vroeg Jeanne naar het kindje. Ze is nu veel kalmer, mijn kleine meid, ze heeft tenminste geen koorts meer, maar toch, geheel beter is ze niet.

Ik zal hem een lijkkleedje maken en hem begraven, en ik wil nooit een ander vogeltje hebben; neen, lieve Piet, nooit weer! want ik ben er veel te slecht voor," fluisterde Bets, haar lieveling tegen zich aandrukkend. "De teraardebestelling zal van middag plaats hebben, en we zullen allen achter het lijk gaan.

Als de wind door de groote rozenheggen buiten voor het huis gierde, dan fluisterde hij de rozen toe: «Wie kan schooner zijn dan gijMaar de rozen schudden het hoofd en zeiden: «Elize is schoonerEn als de oude vrouw des Zondags voor de deur zat en in haar gezangboek las, dan keerde de wind de bladeren om en zeide tegen het boek: «Wie kan vromer zijn dan gijEn dan antwoordde het gezangboek: «Elize is vromerEn het was de volle waarheid, wat de rozen en het gezangboek zeiden.

Maar toen zag Marius hem zóó deelnemend aan met zijn groote, vochtige oogen, dat het den ongelukkige, met zijn hopelooze liefde, goed deed. "Heb je haar vandaag gezien?" "Spreek niet over haar! Noem nooit haar naam meer, versta je, Marius! Als je mijn vriend bent, zweer me dan, dat je nooit haar naam meer noemen zult, zweer me dat!" "Dat zweer ik," fluisterde kleine Marius bewogen.

Wat er eigenlijk aan hem haperde, wist niemand, maar dat hij dronk, om zijn verdriet te verzetten, dat was zeker. En John Harvee, van wien men fluisterde, dat hij een moord op zijn geweten had, en die eveneens als vrijwilliger in dienst was gegaan, had ook zoo gesproken.

Wij waren er dan ook allemaal, behalve Leo, die maar niet kwam. Grootmoeder bemerkte het en vroeg den gouverneur St. Thomas, of hij ook wist waar Leo was. Deze antwoordde dat hij zeker bij het toiletmaken op zijne kamer was opgehouden, maar ieder oogenblik moest komen. Grootmoeder was gerustgesteld, maar onder 't eten kwam de djadka binnen en fluisterde St. Thomas iets in.

Brownlow, weer gekalmeerd, »toen ik den naam van dien broer in uw oor fluisterde, terwijl ik achter u liep op straat, was dit bijna genoeg om u er toe te brengen, mij verwonderd en ongerust te volgen.« »Ik heb geen broerantwoordde Monks. »U weet, dat ik eenig kind was. Waarom praat u van broers? Dat weet u evengoed als ik