United States or Gambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


GEERNOUT zegt schertsend tot den beer dat er niets meer te eten is; ESPRIAAN lacht, maar Wisselau wordt boos en schudt zich, zoodat de kostbare knoopen van zijn rok springen. Daarna werpt hij den rok op het vuur en gaat er voor zitten om zich te warmen. Daar zat hij als een jonker!

Koning KAREL is juist met zijne "genooten" op een schip aangekomen. Onder zijn gevolg is een reusachtige beer, Wisselau genaamd, die zekeren GEERNOUT als zijn meester gehoorzaamt. Een reus die de wacht aan het strand houdt, wordt door Wisselau gedood. Nu komt koning ESPRIAAN met zijne reuzen. Op zijne vraag verneemt hij van GEERNOUT, dat er nog vier zulke beren in het schip gebonden liggen.

Voor geen duizend mark zou een reus hem gelast hebben op te staan; zij blijven op veiligen afstand van het vuur en den beer. Een maaltijd wordt voor de gasten aangericht en men beraadslaagt over het nachtverblijf. Koning ESPRIAAN zou den beer gaarne kwijt zijn. GEERNOUT denkt er over hoe hij koning KAREL en zijne gezellen behouden weer uit het reuzenland zal brengen. Daar eindigt het fragment.

De kern van dit verhaal kenden wij reeds van elders , ESPRIAAN of ASPRIAAN, zooals hij in de Duitsche sagen wordt genoemd, is een ontzagwekkende reus, die o.a. ook in het gedicht van koning ROTHER voorkomt als koning van het verre reuzenland.

wien uit de engelenkoren de smeekbede reeds tegenklonk: "Deus sit propitius isti potatori". Want zoo ergens, dan vinden wij hier in onze literatuur de rechte speelmanspoëzie. Reeds uit den kort samengevatten inhoud van het gedicht kan dat blijken . Het begin van het fragment brengt ons naar het land van den reuzenkoning ESPRIAAN. Wij zijn aan het zeestrand.

Uit vrees noodigt ESPRIAAN koning KAREL en de zijnen op zijn kasteel. GEERNOUT trekt Wisselau een rok van vier kwartieren aan, dien hij voor hem had laten snijden ter gelegenheid van een hoffeest te Aken en volgt met den beer de overigen. Als zij aan ESPRIAANS burcht komen, loopt de portier op het zien van Wisselau jammerend van angst weg. Dat geschiedt.

Schenkers en drossaten komen de zaal binnenvliegen om ESPRIAAN te melden wat met den opperkok BRUGIGAL gebeurd is. Achter hen aan komt de beer met zijn grotesken last. ESPRIAAN wil vluchten, maar GEERNOUT trekt hem neer op zijn zetel. Wisselau gaat den kok verslinden; grimmig kijkt hij rond, zoodat de reuzen doodsbenauwd op de zaalbalken klimmen.