United States or Cabo Verde ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook Erp was uitgereden, geheel alleen, hij was zonder te morren ter wraakneming uitgereden. Hij ontmoette zijn beide broeders en zeide tot hen: "Aan lafaards wijst men den weg tevergeefs." De broeders hoonden hem en zeiden: "Bastaard! Waarin zoudt gij ons kunnen helpen, bruine Neveling?" Zij trokken de zwaarden uit de scheeden, en zwaaiden ze tot groote vreugde van de doodsgodin.

Spoedig stegen allen te paard, en de vreemde vrouwen werden in wagens geholpen. Zoo reden zij de eerste week door Noordland heen, trokken de tweede week over de zee en drongen de derde week het bergland in. De wachters openden de poort van den burcht, en allen reden er binnen. Daar woonden Atli en Goedroen te zamen, en hunne zonen heetten Erp en Eitel.

Overeenkomstig een derde en zeer afwijkende overlevering verdronk Goedroen niet, maar werd door de golven naar het land gevoerd waar Jonakur koning was. Daar werd zij zijn vrouw en de moeder van drie zonen, Sörli, Hamdir en Erp. Zij kreeg bovendien haar geliefde dochter Swanhild terug, die intusschen tot een mooi meisje van huwbaren leeftijd was opgegroeid. Swanhild.

Zooals Castor en Pollux zich haasten om hun zuster Helena te bevrijden als ze wordt weggevoerd door Theseus, zoo haasten ook Swanhilds broeders, Erp, Hamdir en Sörli, zich, om haar dood te wreken.

Toen zeide Hamdir: "Zijt gij nog zoo gelukkig, Ermanrik, dat wij in uw hallen kwamen? Daar liggen uwe handen en daar liggen uw voeten in het vuur." Daar sprong de eenoogige krijgsman op, als een leeuw was hij in zijn pantser, en hij zeide: "Steenigt die mannen, als geen speer of zwaard hen kan schaden." Sorli zeide: "Wij hebben een onvoorzichtige daad begaan door Erp, Goedroens zoon, te dooden.

Sommigen echter zeggen, dat Goedroen zich niet in de vlammen wierp, maar dat zij na den dood van Atli naar de zee ging en zich in het water wierp om zich aldus te dooden. Maar zij kon niet verdrinken. Zij dreef over het water en kwam in het land van koning Jonaker en deze trouwde met haar en hun zoon was Erp, dien Goedroen zeer lief had.

Als Erp nog leefde, was Ermanriks hoofd nu wel afgehouwen. Nu hebben wij hem gedood op onzen tocht hierheen, dien dapperen krijger, en wij zijn er vermoeid van." Hamdir antwoordde hem: "Maar hevig hebben wij gevochten, en wij staan op lijken van Gothen, zooals gieren op boomtakken staan. Wij hebben roem verworven, al vallen wij ook. En niemand zal den nacht beleven, als de Norne niet wil."

En zij doodden Erp, en de strijd was zoo geweldig, dat het hun een derde deel hunner krachten kostte. Toen reden zij verder, een weg van verschrikking. Ten westen van den burcht, aan een galg, slingerde bloederig heen en weer in den wind Zwaanhildes verleider, een vreeselijk lokaas voor ravensnavels.

De drie jongelingen, Sörli, Hamdir en Erp, gingen naar Ermenrichs rijk, maar eer zij hunne vijanden ontmoetten, bespotten de twee oudsten, die Erp te jong vonden om hen bij te staan, dezen om zijn kleinheid, en vermoordden hem ten slotte.

Niettemin verachtte Goedroen haren echtgenoot, wiens hebzuchtige neigingen haar zeer tegen de borst stuitten; en zelfs de geboorte van twee zonen, Erp en Eitel, troostte haar niet over den dood van haar geliefde en de afwezigheid van Swanhild.