United States or Libya ? Vote for the TOP Country of the Week !


En het zijn ook zo goed als uitsluitend de erotiese en maatschappelike genres waar men zich daar op toelegt: voor de politieke sirventes is de bodem daar minder geschikt. Enkele van die minneliederen vertonen iets persoonliks.

Heel naief zijn hieronder die aanwijzingen waar de voorname dame zich aan houden moet, ook overgenomen uit de »Ars Amandi" van de »Klerk" Ovidius en die geschreven waren om de geblaseerde viveurs van Rome weer wat appetit in de dames van de demi-monde te geven. En rondom deze dames fladderen nu de troubadours met hun erotiese verlangens.

Er was een levendigheid en een fijne genotzucht in die Keltiese poëzie, een vrolik opgewekt samenleven en zulk een sterk erotiese aanleg kwam daar in te voorschijn, dat de Fransen zich daar zeer aan verwant moesten voelen.

Reeds te voren waren de minneliederen aan de Duitse hoven in zwang geweest en de erotiese poëzie der romaanse troubadours had die niet geheel en al kunnen verdringen, zo min als de Duitse zeden zich volkomen naar de Franse lieten vervormen.

In hopen kleine latijnse gedichtjes proberen de poëten het met alle mogelike antieke genres: gedichten in antitese-rijke taal, gewijd aan Koningin Matilde van Engeland, grafverzen ter ere van een gravin van Maine, verzen vol komplimentjes aan de literair-ontwikkelde gravin Adèle van Blois, epigrammen en schuine erotiese versjes.

Maar de troubadours leggen meer de nadruk op de ogen en de blik, op de glimlach en het teint de schilderachtig-gracieuse en erotiese zieleschoonheid.

En in verband hiermede begon men nu de erotiese poëzie der troubadours en de ridderromans langs verschillende wegen in het Duits te vertalen, en het zal buitengewoon leerrijk zijn die wegen schrede voor schrede na te gaan. Gewoonlik waren het persoonlike en maatschappelike verbindingen der vorsten die de aanleiding waren tot dergelijke vertalingen en bewerkingen.

Reeds bij Statius wordt er een zachtere toon aangeslagen, hij was meer bij Ovidius dan bij Virgilius in de leer geweest en nu toont de romanschrijver alle mogelike voorliefde voor het aandoenlike, het gracieuse, het galante en het erotiese.

Bij die »dergelijke dingen" denkt zij waarschijnlik aan zo iets als de Roman van Aeneas, er zijn allerlei reminiscenties in haar lais juist aan die roman te vinden, evenals aan Ovidius. Een zekere kennis van de Provençaalse erotiese poëzie der troubadours schijnt zij al vroeg gehad te hebben.

De overdreven beschrijvingen, de avontuurlike fantasie, de dialektiese zielsanalyse en het galant-sentimentele erotiese element, dat waren alles duidelike sporen van dat verval der klassieken en hun Asiatisering.