United States or Guyana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Er werd ons een eereplaats aangeboden op een dwarshout, en daar zou het wel goed zijn geweest, als niet een bevende oude man zich, als om warmte te zoeken, tegen mij had aangedrukt en in zijn halve sluimering zijn met olie gedrenkt hoofd op mijn schouder wilde leggen, en het alleronaangenaamst waren myriaden vlooien, waarvoor ik mij eerst veel te laat door de vlucht uit de voeten maakte.

Op ettelijke plaatsen dier vlakte verhieven zich de verschillende duars. Er waren er tien. Elke duar bestond uit een vijftien- of twintigtal tenten op twee rijen geplaatst. De evenwijdige ruimte daartusschen vormde een achthoekig pleintje, dat aan beide einden open was. De tenten geleken allen op elkaar en waren zeer eenvoudig saamgesteld. Twee palen en twee dikke rieten stokken verbonden met een dwarshout vormden zoo de nok, waarover een groot donker gekleurd zeil van schapen- en kemelshaar, of uit de vezels van den dwergpalm vervaardigd, was geworpen, dat boven den grond een weinig was opgehaald om vrijen doorgang aan de lucht te verschaffen. Rondom elke tent was bovendien eene lage schutting van riet en droge takken. Des winters laat men het zeil tot op den grond neder, en bevestigt het met touwen aan in den grond gestoken pinnen. Hoe licht en weinig soliede deze tenten nu ook mogen schijnen, zijn zij toch werkelijk uitmuntende woonplaatsen, die des zomers koel en frisch en in den regentijd droog zijn. De meeste tenten der verschillende duars hadden eene lengte van 8

Crustumerium, oude latijnsche stad, reeds vroeg door de Romeinen veroverd. Op het veroverde land werd de tribus Crustumina ingericht. Crux, het kruis, een paal met een dwarshout er aan. De veroordeelde werd eerst gegeeseld, vervolgens aan touwen omhoog geheschen en dan aan handen en voeten aan het kruis vastgenageld, waarna men hem liet hangen tot hij gestorven was.

De qua-qua; eene plank van een hard en geluidgevend hout, welke aan de eene zyde door een dwarshout in de hoogte wordt opgeligt, en waar op men met twee yzere staafjes, of twee beenderen, als op een trommel, slaat. De Kiemba-toetoe; een hol riet, waar op de Negers met den neus blaazen, even als de bewooners van het Eiland Taïti.

Toch kostte dit moeite, daar het jonge dier een wonderbaarlijke spierkracht bezat, en niets minder dan goedaardig was. Het gelukte den jagers, het mede te voeren door gebruik te maken van een werktuig, dat ook dient om slaven in bedwang te houden, en uit een houten vork bestaat, welker beide takken door een dwarshout aaneen verbonden worden, nadat de hals van den gevangene er in gedrukt is.

Bij de ouden liep een tweespan van paarden of andere trekdieren onder een juk of dwarshout, dat op den nek der dieren lag en met riemen aan het tuig werd bevestigd, terwijl het uiteinde van den disselboom op dit juk rustte en er met een zwaren riem aan vastgebonden was. Soms was dit juk golvend om het beter aan den nek der dieren te doen sluiten, somtijds ook recht.

Naumann's vader hield soms verscheidene Grauwe Klauwieren in een klein tuinhuisje, waarin hij een kleine galg, d. w. z. een met puntige naalden en spijkers voorzien dwarshout, aangebracht had. Musschen en andere Vogels, die hij met de Klauwieren opsloot, werden door deze zeer spoedig gevangen, daarna steeds aan de spijkers gestoken en afgeplozen. Ten slotte hing de geheele galg vol geraamten.

Hier goochelaars en grappenmakers, die verschillende sterke toeren verrigtten en dwaze kunsten vertoonden; ginds dansers en danseressen, die met hun gewone langzame bewegingen en op de maat eener vrij eentoonige muziek hun meerendeels mimische dansen uitvoerden; verder op weer ruiters met lange speren naar ringen of andere voorwerpen stekend; en op een enkele plek ook de wonderlijke en afzigtelijke vertooning van een paar dier vreemdsoortige wezens, die op merkwaardige wijze, alleen Indiën eigen, een soort van godsdienstige handeling wisten te verbinden met wat men elders kermistoeren noemen zou; nagenoeg gansch naakte mannen, die een goede twintig voet boven den grond aan ijzeren, met een koord aan 't eind van een bewoegbaar dwarshout bevestigde en achter in hunne naakte schouders vattende haken slingerden.

Ach, hoe verheugen mij, ach, hoe verheffen de oudere dagen mijn diepste gemoed! Is er wel iemand, die 't ooit kon beseffen wat gij, oud hof, mij nu zegt, mij nu doet? Zalige lieden, al te arglooze menschen, weinig begeerdet gij, groot was uw hert! –Kon het maar helpen, met weenen en wenschen, weêr ate ik roggenbrood, naast u aan 't berd ! 2 Dwarshout tot koppeling van de kapgebinten.

Zoo, knaap, wat meldt gij? brengt gij brieven meê? Krijg ik mijn recht? Nu, wat zegt Jupiter? BOER. Wie? mijn buurman, de galgenmaker? hij zegt, dat hij het dwarshout er afgenomen heeft, want de man wordt niet voor de volgende week gehangen. TITUS. Maar wat zegt Jupiter? vraag ik nog eens. BOER. Ach, heer, ik ken dien Jupiter niet; ik heb nooit van mijn leven met hem gedronken.