United States or Russia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij begreep volstrekt niet, dat de rollen verwisseld waren, dat hij den man nu in zijne macht had, die hem zoo lang het dwangjuk had doen gevoelen. Hij had slechts oogen voor het tegenwoordige, dat hem zijn onmiddellijken ondergang deed aanschouwen, en dacht slechts aan den dag van morgen, die hem redden zou, of hem tot de laagste sport van de ladder der menschelijke ellende zou doen afdalen.

Voor den Nederlander heeft deze een aantrekkelijkheid te meer. Die klassieke plek immers was de bakermat van dien tak der Nassau's, die zich in de Nederlanden vestigde, met opoffering van goed en bloed ons vaderland aan het Spaansche dwangjuk zich hielp ontworstelen en, na met eer en roem zich te hebben overdekt, er in 1815 de koninklijke waardigheid verwierf.

Men breidt zich uit, verdunt zijn rijen, en verbreedt De Heirspits, en verbergt zich d' aanblik van zijn leed. Nu biedt zich Segol aan. Hy draagt op bei zijn handen Argostans veldheerknots, gepunt met evertanden, En legt haar aan de spits des legers staatlijk neêr. Hy voere 't, die uw hals van 't dwangjuk mag bevrijden! Aan my behoort het niet.

Is 't niet genoeg, dat men naar Rome ons voerde Tot siering van uw weêrkomst en triumf, U en 't Romeinsche dwangjuk onderworpen; Wordt in uw straten nu mijn kroost geslacht, Omdat het voor zijn land zich dapper kweet? O, was de kloeke strijd voor staat en koning Voor de uwen plicht, hij is 't voor dezen ook.

Hij smeedde het vermetele ontwerp om zich van het tuighuis meester te maken, en stelde en verspreidde met een zijner vrienden, den bekenden dichter en journalist Tomaseo, een proclamatie, waarin de bevolking werd aangemaand om het dwangjuk der vreemde overheersching af te schudden.

De schatten, die de Afgezanten van Montezuma bij Cortez brachten, hadden echter eene heel andere uitwerking dan Montezuma gehoopt had. Hij meende dat dit goud en die edelgesteenten de »bleeke zonen van den God der luchtzooals hij hen met al de Azteken noemde, zóó blij zou maken, dat ze als kinderen, die wat moois gekregen hadden, terstond naar huis loopen zouden, om daar vol vreugde te laten kijken welke schatten ze hadden ontvangen. Het gezicht van dat goud en die edelgesteenten wekte echter den lust op om de stad en het volk te zien, welke zulke schatten bezaten. Enkelen onder de Spanjaarden waren er evenwel, die al dat schoons en al dien rijkdom ook wel zouden willen zien, doch die zich vrees lieten aanjagen door de bedreiging, dat ze »aan de Goden zouden geofferd«, dus, opgegeten worden. Anderen nog, die het er wel op durfden wagen, vroegen zich af, of ze zich niet blootstelden aan gevangenis of galg, wanneer ze Cortez bleven gehoorzamen. Immers, duidelijk was het gebleken, dat de Gouverneur Velasquez niet wilde hebben, dat Cortez zich aan het hoofd van den veroveringstocht stelde, en zoo zij hem nu bleven gehoorzamen, dan kon Velasquez hen als rebellen beschouwen en als zoodanig behandelen. Cortez zag dat zeer goed in en hij begreep ook wel, dat men hem bij den minsten tegenspoed de gehoorzaamheid ontzeggen zou en dat hij dan het recht niet had om gehoorzaamheid te eischen. Hij was evenwel de man er niet naar om moedeloos het hoofd te laten hangen, en gelukkig voor hem gebeurde er wat, dat hem licht gaf. Terwijl hij nog bezig was met het bouwen van »Vera Cruz« kwam tot hem een Gezantschap van vijf Indianen, die blijkbaar tot een' anderen stam behoorden dan de Azteken. Ze zeiden dat ze Totonaken waren en in de bergen woonden, doch door Montezuma onderworpen waren en nu schandelijk verdrukt werden, waarom ze Cortez kwamen vragen hen te helpen, waar ze dit dwangjuk wilden afschudden. Verder kwam hij te weten, dat de tegenwoordige Keizer eigenlijk voor een groot deel zijner onderdanen een vreemdeling en bij velen in minachting was. Thans was het voor Cortez zaak, hiervan partij te trekken en hij deed dat op eene wijze, welke den naam van eerlijk niet verdient. Zoodra Montezuma hoorde, dat de Totonaken in Cortez' legerkamp waren en een verbond met hem gesloten hadden, zond hij eenige Edelen naar Vera Cruz met de boodschap aan de Afgezanten der Totonaken: »Gij hebt zonder mijne voorkennis een verbond met de vreemdelingen gesloten en moet mij nu tot straf twintig van uwe jonge mannen en vrouwen zenden om aan de Goden geofferd te wordenReeds wilden de verschrikte Indianen toegeven, toen Cortez de Edelen der Azteken liet boeien en in de gevangenis werpen. Na deze daad konden de Totonaken niet meer terugtreden; ze hadden zich bij Montezuma onmogelijk gemaakt. Des nachts evenwel bevrijdde hij twee der Edelen en liet ze in stilte met vriendelijke groeten aan den Keizer vertrekken. Toen den anderen dag de Totonaken hoorden, dat twee Azteken ontkomen waren, wilden ze de anderen dooden. Cortez sprong evenwel voor hen in de bres en liet ook dezen in vrijheid naar Tenochtitlan vertrekken. Door deze sluwe handelwijze had hij het den Totonaken geheel onmogelijk gemaakt om hem te verlaten, terwijl hij aan den anderen kant Montezuma te vriend hield. In troebel water meende Cortez het best te kunnen visschen. Eindelijk was Vera Cruz in zooverre voltooid dat het, met eene voldoende bezetting, weerstand kon bieden aan een' aanval, en thans besloot Cortez zijn' laatsten slag te slaan. Vóór hij zijne plannen nu verder doorzette, moest hij een wettig gezag hebben. Dit zou hij verkrijgen als zijne tochtgenooten zelven hem tot Aanvoerder kozen. Ontstond er d

Nogmaals bracht vrouw Geertje aan Schorels dochter het onbetamelijke van haar verlangen onder het oog, en wist eindelijk het meisje dermate van de waarheid harer bewering te overtuigen, dat Thilde, ofschoon een tranenvloed haar het spreken belette, er al snikkende in toestemde, om naar de vaderlijke woning terug te keeren, even stil als zij ontvluchtte weder binnen te gaan, en zich te bed te begeven, na vooraf den goeden God te hebben gesmeekt om het ongeluk, dat haar boven het hoofd hing, genadig af te wenden; terwijl vrouw Geertje nogmaals beloofde dat zij doen zou wat haar mogelijk was om, zoo God wilde, het middel te zijn, waardoor Thilde van een verschrikkelijk dwangjuk zou bevrijd worden.