United States or Taiwan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Elze, die juist bezig was haar duiven te voederen, ontroerde zóó, dat ze duizelde. Heidaar, jongen! riep de prins, van het paard springend, terwijl hij haar de teugels toewierp. Houd mijn paard eens vast. De prins stiet de deur van het huisje open; maar toen hij zag dat het leeg was, ging hij zitten wachten op de bank. Hij wilde Elze's vader zien.

Het duizelde in zijn geest, en 't was of hij nog maar half wakker was en nog droomde, tot hij met heel de bende op een breeden, mullen zandweg stond, dichtbij een uitgestrekte, nevelige vlakte, die leek een zwaar en dicht begroeid stuk weiland.

Het duizelde haar en het was haar een redding, toen zij St. Clare op haar toe zag komen. U is zóó omringd! lachte hij zacht. Er is geen doordringen aan. Eline trok een minachtend mondje. Laten we een beetje op zij gaan. Daar is het ruimer! lispelde zij. Zij ontvluchtte behendig aan de omsingeling der genieën en viel met een zucht op een pouffe neder.

Toen de ochtend stil was als een heilig water, trad hij de kamer waar de meublen bruin ware' in, de lucht hel, het stof roerde niet. Het goud stroomde buiten al door de straten, en langs de wolken zeer wijd heengestrekt. Zoo stil als een jonkvrouw de eerste droomen der liefde waarneemt, duizelde hem om 't hoofd: De arbeiders beklimmen de ochtendhoogten.

Wel zong en schreeuwde hij dapper mede, maar zijne knieën begonnen te knikken, zijne oogen werden doffer en wezenloozer, zijn hoofd duizelde, zijne tong sloeg dubbel. Er was er maar één, die niet deelnam aan de braspartij, ja, die nu en dan zelfs met afkeer het schouwspel aanzag. Het was de oude minstreel.

Sedert jaren had hij nu aan weinig anders gedacht dan aan Beatrice. Om haar te verwerven, zou hij al zijn rijkdom, ja, driemaal zooveel, als dat mogelijk was, gegeven hebben. Haar te bezitten, te weten, dat zij rechtens de zijne, de zijne alleen was, ach, dat zou een hemel op aarde zijn! Zijn bloed tintelde en zijn hoofd duizelde, als hij er aan dacht.

Hawèl, ge moet veurt doen, zilde; 'k zal ne keer kome kijken. Goên dag, glimlachte zij heel lief, en volgde haar ouders en de Engelsche in het kasteel. Met zwakke beentjes klom Fonske weer den ladder op. Het duizelde vóór zijn oogen en even moest hij zich goed vasthouden. Toe, Fons, hoast ou, da we gedoan hèt, vermaande Van Belleghem. Joa, boas, zei Fonske en ging vlijtig weer aan 't borstelen.

Het duizelde in mijn geest; het was schoon, heerlijk, ik mocht mij niet zoo in vervoering laten meeslepen. Verder liep ik rond, zag nog meer monsterdingen, bleef eindelijk voor den vleugel staan, waarop een heele rij fotografieën prijkten.

Het zeide hem, dat hij haar vragen zou, om zijn lot tot 't hare te maken. Kon hij buiten haar zij buiten hem leven? Hij luisterde naar zijn hart, en 't duizelde hem. Hij behoefde niet meer te vragen, wat koning Elderik hem beval. Hij gunde Sophia niet aan een ander, of hij koning of keizer ware.

"Bonjour, mon oncle Belzemien! Bonjour, mon oncle Coben! Bonjour, mon oncle Constant!" en wanneer Cordúla niet te dicht in de buurt was, schoten zij ijlings toe en kregen ieder door het raam een frisschen ochtendzoen, die dan door heel hun lichaam als het ware suisde en duizelde.