United States or Zimbabwe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het gebeurde ook wel eens, dat hij naar Bommel wilde. "Inspannen, Joost! Maak eventjes een brug over de Waal!" Dan liep de goede Duivel naar de rivier en bouwde in een ademtocht een stevige brug, waarover de doktor het prachtige rijtuig voeren kon. Nauwelijks echter was hij aan de overzijde, of hij floot. "Joost! je weet, ik kan de lui van Bommel niet uitstaan.

Sir John kon niet begrijpen, hoe zoo iets mogelijk was geweest. "Een man, van wien hij alle reden had gehad niets dan goeds te verwachten! De beste kerel van de wereld! In heel Engeland geloofde hij niet dat zulk een goed ruiter te vinden was! 't Was onverklaarbaar, die geschiedenis. Hij mocht voor zijn part naar den duivel loopen.

Maar de duivel ziet er heel leelijk uit; je zult hem zeker liever niet willen zien!» «O, ik ben volstrekt niet bang. Hoe zou hij er wel uitzien?» «Hij zal zich precies als een koster voordoen.» «Foeizei de boer, «dat is leelijk! Je moet weten, dat ik het niet kan uitstaan, een koster te zien. Maar dat doet er niet toe; ik weet immers, dat het de duivel is; dus zal ik er mij wel in schikken!

»Javiel de vreemde in. »Ik heb hier al twee uur staan wachten. Waar voor den duivel heb je toch gezeten?« »Jouw zaken behartigd, beste jongenantwoordde de Jood, met een angstigen blik op zijn metgezel en onder het spreken zijn stap inhoudend. »Jouw zaken, den heelen avond.« »Natuurlijkzei de ander met een grijns. »Nou, en wat komt er van?« »Niets goedsantwoordde de Jood.

Je kent de Spanjaarden; iemand is niet goed, wanneer het ongeluk wil, dat hij niet rijk is of van goede geboorte. Ik zie zooveel menschen, en de duivel weet welk soort die zich don laten noemen, dat de adel algemeen is geworden. Maar laat ons van dit onderwerp afstappen.

"De duivel mag mij halen als ik er iets van weet, dat een moeder en twee zonen vermoord of, zooals gij vertelt, doodgeranseld zijn!" "Maar gij kent mij toch! Dat hebt gij mij vroeger zelf gezegd!" "Moet ik dan, als ik u één keer van mijn leven gezien heb, daarom de man zijn, dien gij bedoelt? Ook die jongen daar heeft geweldig abuis.

»Nu," zeide hij, »het is het beste, dat ge nu nog naar hem toegaat en het hem vraagt; maar ik denk, dat gij een vreemd antwoord zult krijgen." Ik ging dus naar hem toe: »Hebt u er iets tegen, dat ik naar den wal ga, mijnheer?" »Naar den wal, mijnheer!" schreeuwde hij. »En wie duivel zal voor den dienst opkomen, als gij naar den wal gaat? Naar den wal?

"Gevangen zat," zeide de man, van wien hij sprak, binnentredende: "Pax Vobiscum!" "Voor den duivel!" riep Velasco, een stap terugtredende: "de Staatschen zijn wel ongelukkig met hun gevangenen. Niet één kunnen zij bewaren."

"Wel, je neemt je kat en gaat tegen middernacht naar het kerkhof, naar een plaats, waar een slecht mensch begraven ligt. Precies om twaalf uur komt er een duivel, misschien wel twee of drie: en die nemen dat slechte mensch mee. Maar die duivels kun je niet zien. Je hoort ook niets dan een geluid als van den wind, hetgeen beduidt dat ze met elkaar praten.

Hij werd echter opgebeurd door de troostende bemoediging des Apostels: "weerstaat den duivel, en hij zal van u vlieden:" en onder het uiten van een "Domine! libera nos!" trad hij het slaapkamertje binnen en stapte met mannenmoed naar de bedstede toe.