United States or Cameroon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vrind Voss, zegt hij, ik zal er in dank aan gedenken. En dan de Fransoos! Moeder, de Fransoos! Waar, duivel, is de Fransoos! Hij lag toch achter in den wagen; dat moet Frederik toch weten." Hij rukt het venster open en roept: "Frederik! Frederik! hoort ge dan niet?" Frederik hoorde hem heel goed, maar hij pinkte eens met het oog en zeide: "Ja, schreeuw maar!

"Wel voor den duivel!" antwoordde hij in woede, "kent gij dokter Cuchillo dan niet? Weet dan, dat ik niet met mij laat spotten, en dat ik in 't minst niet bang ben voor Sangrado, die, niettegenstaande zijn ijdelheid en zijne verwaandheid, toch slechts een zonderling is." Het gelaat van den kleinen dokter teekende een en al woede.

"Dat is wel zoo," antwoordde Marcel, "maar toch zijn er dagen, waarop ik een eerwaardige grijsaard zou willen zijn, lid van het Instituut, ridder van verschillende orden, en los van alle Musettes ter wereld. En de duivel mag me halen, als ik ooit weer tot haar terug keeren zou! En jij," vroeg hij lachend, "zou jij al graag zestig jaar achter den rug hebben?"

De voorstelling van het Avondmaal is zeer opmerkelijk: Jezus zit aan het eind der tafel, met Johannes in zijn schoot, Judas ligt voor Christus neergeknield en vraagt een stuk brood, achter hem kruipt een duivel. Op de tafel staan drie visschen.

Ik vertrouw dat ge te hoog staat, om met een medelijdenden glimlach de schouders op te halen, als ge verneemt dat Luther zijn inktkoker greep en dien naar het hoofd van den duivel slingerde.

De stuurman zei tot den bootsman: "De schipper is voor den Duivel nog niet bang." "Ik wou, dat ik niet gemonsterd had." "In de Middellandsche Zee zijn roovers dáár zal 't gebeuren. We hebben niet voor niets den Vliegenden Hollander te loevert gezien." "O! mijn vrouw en kinderen te huis ...." "Daar is de schipper ...."

Gij hebt misschien nooit gehoord, hoe men den duivel terug jaagt naar de hel en daarom zonder af te wijken van het onderwerp, waarover gij allen gesproken hebt, ga ik u dit verhalen.

"Weet hij er iets van?" vroeg Bouke, verbaasd een stap terugtredende: "ik althans heb gezwegen als een mof." "Heeft Geert dan gebabbeld? want dat sprookje wegens den page is te gek." "Daar hebben wij 't al," zeide Bouke: "ja die page is een duivel van een vent. Heeft hij niet eergisteravond zijn hof aan de oude Geert gemaakt, alsof zij een jonge deern ware?"

Enkelen vreezen dat het vergeefsche moeite zal zijn, daar zij veronderstellen, dat Jeanne van den duivel de gave der stilzwijgendheid heeft ontvangen. Anderen achten haar te verstokt en de gunst van een foltering onwaardig: het zijn degenen wier oordeel reeds gevestigd is.

En evenals allen, die luisteren naar hetgeen hun intuïtie hun vóórzegt, raadde ze goed. Den wind meen je! Zoo, heet dat wind! Nu ben ik er aan gewend; maar toen ik het voor het eerst goed hoorde en voelde, 's avonds nog wel, vond ik het iets heel ergs. Misschien is dat de duivel wel!