United States or Iran ? Vote for the TOP Country of the Week !


Den 12den Maart was ik terug aan boord met nog meer brieven en couranten. Onze derde winter was goed doorstaan. Helaas, dat er op het laatst nog iets heel droevigs moest gebeuren. Wiik werd in de derde week van Maart onwel; maar niet zóó, dat we aan iets ernstigs dachten. Hij had geen eetlust en kreeg den 26sten hevige pijn in de zijde.

Er is in den dood van dezen zwakken maar heldhaftigen man iets onuitsprekelijk droevigs. Lichaam en geest hadden bij dien man door de stormen van het onrustigste aardsche leven, dat men zich denken kan, veel geleden. Sedert eenigen tijd was het zijnen vrienden duidelijk geworden, dat zijn einde naderde. Hij zelf werd hiervan overtuigd.

Langzamerhand was zijn liefde van Clara weggegleden; hij had immers al spoedig ingezien, dat het onmogelijk was de dwepende liefde te bewaren, die hij in 't begin voor haar had gevoeld en wanneer het nog niet ten volle tot hem was doorgedrongen, hoe ver zij in werkelijkheid van elkaar stonden dan was dat meer omdat Abraham in zijn karakter een bepaalden tegenzin had om diep in een toestand door te dringen, waar hij op den bodem iets droevigs of verontrustends vermoeden kon.

Doch de oogen van den Franciskaan, diep verscholen in de holle kassen, spraken niet van verrukking; in die sombere blik was iets wanhopig droevigs te lezen: met zulke oogen moet Kaïn van verre naar het paradijs gekeken hebben, welks genietingen zijn moeder hem geschilderd had! Het bedrijf eindigde toen Ibarra binnentrad.

Een treurige inleiding. 135 Kennismaking met menschen en dieren. 139 Een juffertje en een mijnheer. 150 Vaderangsten en kinderliefde. 156 Om te bewijzen dat eenvoudige genoegens ook genoegens zijn, en voorts iets droevigs. 165 De Grootmoeder. 173 Een Concert. 177 Ochtendbezoek en Avondwandeling. 188 Een hoofdstuk, waarmee de auteur ijselijk verlegen is, omdat hij er zelf de mooie rol in speelt, iets dat hij wel weet dat hem in 't geheel niet past, maar dat hij voor ditmaal niet helpen kan. 195 Het Hofje.

Hij was een kind van zijn tijd, en het was dus zijn plicht als bedachtzaam man om op voorteekenen acht te geven. Bovendien had de ondervinding hem ook geleerd, dat als hem bij zijn werkzaamheden iets dergelijks overkwam, daarop gewoonlijk iets droevigs voor een zijner vrienden volgde.

"Goeje God!" riep Paul, wien deze beschuldiging pijnlijk door de ziel sneed; en, op het meisje toetredende en haar hand in de zijne nemende, sprak hij op hartstochtelijken toon: "Anneke, zou ie dat van mien denken....?" Maar eensklaps zich bezinnende, hervatte hij, terwijl zijn stem iets onbeschrijfelijk droevigs bekwam: "Anneke, juuster: Ik had oe lief as mien lêven, en nog, zelfs nou nog zou 'k.... Moar neen, Anneke... Anneke, heur is.... 'k Bin ien den letsten tied strakker gewêst, da's woar, moar begriep ie dan niet dat mien 't gemoed ook voller as vol is?"

En bedenkende dat, wanneer ik niet het een of ander droevigs zeide over haar vertrek, de lieden al spoedig mijn geveins zouden bemerken, nam ik mij voor er ietwat over te klagen in een sonnet, hetwelk ik wil opschrijven, omdat mijne Vrouwe de onmiddellijke aanleiding voor zekere woorden was, welke in het sonnet staan, gelijk duidelijk is voor wie het begrijpt: en ik schreef toen dit sonnet , hetwelk begint: Gij, die 'k voorbij langs Amor's weg zie schrijden, Nu wilt aandachtig beiden: Zaagt ge ooit een smart gelijk de mijne groot?

Jan kwam de kamer in met iets vreeselijk droevigs en sombers over zich. De meest hopelooze smart stond op zijn gezicht te lezen. "Ik hoor, dat Sigurd mij weg wil hebben, omdat ik een Tater ben," zei hij, en ging op de huismoeder toe met uitgestrekte hand, als om afscheid te nemen. "Voor mij blijft niet anders over dan weer langs den weg te zwerven."

Onze laatste bijeenkomst stemde ons allen weemoedig; er is zoo iets bitter droevigs in dat korte, onverbiddelijke vonnis: »voor 't laatst" zelfs als het geveld wordt over tamelijk onbeduidende zaken; hoeveel te meer dan waar het eenen vriendenkring uiteenscheurt, en eene onzer liefste levensvreugden verbant naar het schimmenrijk der herinnering. Wij spraken weinig.