United States or Sint Maarten ? Vote for the TOP Country of the Week !


In Duitschland komt dit type oorspronkelijk in Sleeswijk-Holstein, Oost-Hanover, Brunswijk, Hessen en Thüringen voor, om zich naderhand over het grootst gedeelte van Middel- en Opper-Duitschland uit te breiden. Tot de oudste Germaansche nederzettingen in Nederland kunnen gerekend worden de komdorpen op de Drentsche hoogvlakte, die den naam van Hondsrug draagt. Zij vertoonen het tijpe der

Zijn de jonge lieden bij de oude lui ingetrouwd, dan worden door deze voorwaarden gesteld; vooral de Drentsche boer staat niet graag zijn hoeve af, gedachtig aan het spreekwoord: "Men moet zich niet uitkleeden, voor men naar bed gaat." Dat dit introuwen niet altijd in peis en vree verloopt, getuigt het Limburgsche spreekwoord, dat "de bliksem en de introuw nog niet beschreven zijn."

Verlaat men het Drentsche diluviale hoog-plateau en nadert men de veenranden, dan stoot men vrij plotseling op streekdorpen. Wie opmerkzaam door de verschillende nederzettingen heentijgt, ziet de agrarische ontwikkeling van het land als een reuzenfilm voorbijtrekken.

De menschelijke haat tegen deze beesten was hier al even erg als een halfrond verder, waar de Drentsche boer elken adder, die op zijn weg komt, met zijn klomp tracht dood te slaan of met zijn zakmes in stukken tracht te snijden.

In den kindermond wordt de "strooband" in Drente wel eens tot "strop", waarbij dan gevoegd wordt de houtsoort van de kist; het resultaat luidt: "mit 'n eiken strop an." Zulke veranderingen in den kindermond zijn zeer veelvuldig en, hoe verbijsterend somtijds ook, steeds psychologisch uiterst leerzaam. Zie hierover b.v. Dr. J. Bergsma, Drentsche Volksalman. 1902, bl. 50 vlg.

Het gaat langs den hun bekenden weg huiswaarts; ze storen zich aan niets, hollen voort, bereiken de Wittevrouwenpoort, sleuren den wagen over de Drentsche keien van het Noordeinde en houden in voor de deuren van den gewenden stal.

Meer kunstuiting vindt men echter bij de vertegenwoordigers van dit type in Zuid-Holland, Utrecht en ten deele Gelderland, die behooren tot den weiverzorgden baksteenbouw. Vooral in Zuid-Holland kunnen verscheiden boerderijen als waardevolle kunstuitingen gelden. De Drentsche hoeve is naakt als het omringende heideveld.

Dit zijn zeker zeer oude geslachtsnamen die nog dagteekenen uit den tijd toen men ook nog in deze landstreek, in 't oude Friesland tusschen Lauers en Eems, de friesche taal sprak. Dus minstens uit de 16de eeu. Eindelik moet hier nog genoemd worden de geslachtsnaam Smilda, die op oudfriesche wyze geformd is uit den naam van het drentsche dorp de Smilde.

Beantwoordt iemand dat geroep, dan springt hij hem op den rug en verlaat hem niet, tot de woning bereikt is. Intusschen gluurt hij den drager voortdurend met "gleunige ôogen" als een kat aan. Zie Welters, Limb. Legenden II, bl. 31; Drentsche Volksalm. 1845, bl. 232; Nederl. Museum II 12, bl. 352; Volkskunde X, bl. 182, 206, 236 vlg.; XIV, bl. 161.

Natuurlik maakte men de verkleinformen van eigennamen ook op deze wyze, en schreef die namen met g, gen. Als de namen van groningerlandsche, drentsche en oostfriesche koffen en tjalken en schuiten krijgt men in Holland zulke namen onder d' oogen. Deze oude form is in eenige geslachtsnamen tot den dag van heden bewaard gebleven.