United States or Heard Island and McDonald Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De zon scheen schitterend aan den hemel. En in het fonkelende blauwe meer lag het lijk van den grooten honderdpoot. De Drakenkoning en zijn omgeving waren bijzonder verheugd, toen zij zagen, dat hun gevreesde vijand gedood was. Hidesato werd weer feestelijk onthaald, zelfs nog vorstelijker dan te voren.

Hidesato, wien een avontuur altijd welkom was, te meer als er gevaar aan verbonden was, stemde er onmiddellijk in toe, te probeeren, wat hij voor den Drakenkoning kon doen. Toen Hidesato het paleis van den Drakenkoning bereikte, bleek het een prachtig gebouw te zijn, nauwelijks minder schoon dan het paleis van den Zeekoning zelf.

Het bewoog zich niet langer; het licht in zijn oogen en pooten verzwakte en ging eindelijk uit, en het meer Biwa, met zijn onderzeesch paleis, werd in diepe duisternis gehuld. De donder raasde, de bliksem flitste, en een oogenblik scheen het, alsof het paleis van den Drakenkoning op den grond zou vallen. Den volgenden dag was ieder teeken van den storm verdwenen. De lucht was helder.

Juist dacht Hidesato er over na, hoe voortreffelijk hij onthaald was, en hoe bijzonder lekker de wijn was, toen zij allen een vreeselijk leven hoorden, als een dozijn donderslagen, die te gelijk losbraken. Hidesato en de Drakenkoning stonden haastig op en liepen naar het balkon.

Daarna steeg hij op en het paard, dat als een vogel vloog, bracht hem in enkele seconden bij het kasteel van den drakenkoning. De prins ging dadelijk binnen en begroette de koningin met de woorden: "Haast u, alles is gereed voor onze vlucht!" De koningin was gereed, en binnen enkele minuten spoedden zij zich heen, snel als de wind op den rug van het wondervolle paard.

Op zekeren dag nam de Eerste Minister, van wien verhaald werd, dat hij driehonderd zestig jaar oud was en de raadgever van niet minder dan vijf Mikado's was geweest, Ojin met zich mede in een keizerlijk oorlogsschip. Het schip gleed over de zee met zijn goudzijden zeilen. De Eerste Minister riep met luider stem den Drakenkoning toe, den jeugdigen Ojin de Getijde-Juweelen te geven.

De Drakenkoning beval echter groote zeemonsters, ter hulp te snellen; sommigen tilden de schepen op hun groote ruggen, anderen stutten hun koppen tegen de achterstevens van een aantal schepen, of duwden ze zoo door een bewogen zee voort, die de schepen bijna zou hebben teruggedreven naar de plaats van vertrek.

Toen hij in het Paleis van den Zeekoning gekomen was, kwamen brasem, bot, tong en inktvisch naar buiten, om Urashima hartelijk welkom te heeten. Nadat zij hun vreugde over zijn komst hadden te kennen gegeven, geleidden die vazallen van den Drakenkoning den visschersknaap naar een binnenvertrek, waar de schoone Prinses Otohime met haar dienststoet gezeten was.

Toen hij dit hoorde, wierp de drakenkoning zich dadelijk op zijn paard en in een oogenblik waren zij weg. Na een poosje keek de prins om en zag den drakenkoning op eenigen afstand achter zich. Hij zette zijn paard aan, maar dit zei: "Wees niet bevreesd. Het is volstrekt niet noodig harder te loopen."

De koning van Korea gaf zich over, en de keizerin keerde naar haar eigen land terug, beladen met zijde en juweelen, boeken en schilderijen, tijgervellen en kostbare gewaden. Toen de Getijde-Juweelen door de Keizerin waren weggeworpen, bleven zij niet lang op den bodem van den oceaan liggen. Isora nam ze haastig op en bracht ze terug naar den Drakenkoning. Prins Ojin.