United States or Tuvalu ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een half uur later heeft die stoet zijn werk volbracht, en alles is omgekeerd: de dood had al die mannen met zijne machtige vuist een oogenblik bedwongen, zij ontworstelden zich aan dien greep, zij keeren terug tot het leven, het leven neemt de overhand, en de stoet, als uit eene dommeling ontwaakt, is, als door terugwerking der tegengehouden veer, bij uitstek levendig geworden.

Regenstroomen hadden de smachtende bladerkronen van den korten Vijverberg overvloedig gedrenkt; het eilandje ontwaakte uit de doffe dommeling door de felle zonnestralen van Augustus' laatste dagen over den Vijver als uitgegoten; het droppelde onder de lindenlaan op het schelpenpad langs het water; de gaslantaarns werden ontstoken.

Een zonneschijn van vroolijkheid schitterde plotseling over de vergadering, die vóór Van Lennep's komst in deftige dommeling zachtkens afdreef op den stroom der verveling. In het huis op de Keizersgracht, in zijne ruime studeerkamer, aan zijne schrijftafel, maakte hij geen minderen indruk.

Het landschap rechts en links van de rivier bood niets aan, dat de belangstelling der passagiers tot zich kon trekken, zoodat men den tijd doorbracht met slapen, of althans in een staat van dommeling, die het midden houdt tusschen slapen en waken, en die noch aan het lichaam noch aan den geest een wezenlijke verkwikking verschaft.

Met hare eene hand poogde zij het kloppen van haar hart te bedwingen, de andere stak zij evenwel den jeugdigen ingenieur toe, die haar greep, haar tusschen de zijne sloot, toen master Watkins, uit zijne dommeling ontwakende, de oogen opende en vroeg wat er toch gaande was. De dronkaard had een paar minuten noodig, om zich omtrent de werkelijkheid rekenschap te geven.

Maar de dokter sprak voort en Johan's oogen begonnen van zelve het kijken te laten, hij begon meê te loopen in de dommeling van den praatroes. Telkens voelde hij wel het klotsgeschok van zijn teekentasch tegen zijn beenen, maar overigens.... Wie zou hij zijn, wat was dat voor een man?....

Hij zag den man aan, draaide met een zwiep van zijn lichaam en een zwaai van zijn bezems rond op de hielen en keek weder naar den tronenden heilige op de spits des gevels en naar de koepels van San Marco, die nog altijd prijkten met witte hoogsels, staande in een dommeling van wegvliedend licht, in een damp van smeltende sneeuw. Toen zei hij: «Doet niets, tóch mooi."

En zij lag zoo kalm als een zoet kindeke, recht op het rolkussen, met de oogen toe, onder de duidelijke brauweboogjes. Ook het sluimerende hondje bewoog niet. En ook bewogen niet de wakende figuren, uit lichtende als bewaarengelen op de wandtapijten, in de gouden dommeling der schemeringen.... Buiten bruiselde nauwelijks de wind, over de boomkruinen van het woud.

Het is nu geen tijd van slapen," duwde zij den man, hem hevig op den schouder slaande, toe, daar zij bemerkte dat hij hare woorden niet gehoord had: "Wij moeten rechts, verstaat gij?" De aangesprokene, zoo onzacht uit zijne dommeling gewekt, wreef zich geeuwende de oogen en keek in het rond. "'t Is helsch donker," riep hij eindelijk met een forsche stem: "ik zie weg noch steg."

De voerman was insgelijks stil en afgetrokkener van gedachten, dan men van iemand uit zijn stand verwachten zoude: somtijds poogde hij een liedje te neuriën, doch al spoedig verzwakte zijn stem, hij zweeg, zakte ineen en verviel weder als in een dommeling, en als dit een korte poos geduurd had, richtte hij zich wederom op, begon opnieuw te fluiten en te zingen, liet de zweep aan de paarden voelen en hen draven tot aan de naastbij gelegene kroeg, waar bij nooit naliet het zoopje te aanvaarden, dat de maagd, die voor den deurpost wachtte, hem reeds van verre had staan toereiken.