United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Maar na zes en twintig dage sting ondergeteekende dan toch alweer op z'n vrije voete ... Want 'k had netuurlijk nederig gevraagd an z'n eksjellentie, of 'k, as eenigste koswinner mijner moeder, voor die edelvrouwe weer 't werk op mocht vatte ... Vlieg jij daar in, eksjellentie docht ik bij m'n eige dan snor ik die vrouw van mijn temet wel op, om d'r effe voor d'r kop te blaze, zonder dat zij een benane-gil ken geve .... Ja, want da' kon 'k nie' verknoerste, , dat die meid nou in de wereldsche welluste zat, en dat ik an 't celibaat was overgelate ... Helaas, van dat idee is niks magge komme, want 'k heb 'r niet weer ontmoet voor na een jaar en twáálf dage.

Hij was precies een andere man. Het docht haar dat hij meer dienstveerdig was en meer ijverig in zijne dienstveerdigheid. Hij deelde zijn eigen precies uit en al wat hij zei, 't en was maar om gauw de gapende stilten te stoppen. Ze voelde dat alles zeer duidelijk, en stilaan groeide zijn gansche wezen op in haar.

Ze wist wel dat zij hier nu niets meer te verrichten had, en wat ze nu deed, zoo luisteren naar een gedacht en lui worden in een kwaden vrede ze wist dat het niet docht. Ze werd in haar lijf de wellust gewaar van liggen in de zoelte en taken de slapheid van den locht. En ze zei niet: 't Is tijd....

Mevrouw Sörge maakte, in haar nieuw en onherkenbaar voorkomen, een zonderling-verwarden indruk. Pastoor Doening en mevrouw Verlat waren zeer bekommerd. Het docht hun dat Francine zich zoo ver van hen verwijderd had, dat ze haar nu nooit meer nader zouden komen.

Haar kamer, docht haar, had een zonderling uitzicht en met de roerende keersevlamme klaarden de stoelen, de witte vlekken van 't bedde, en de breede spiegel van de toilettafel, met onbekende vormen op. Het scheen haar hier alles zoo oneigen en de reuk van de versche lakens tingel de in haren neuze, lijk iets dat nooit bij deze lakens behoord had. Wat was hier gebeurd?

De andere was juffrouw De Ruiter, die de koffiekan over der been liet vallen, zoodat ze der nooit van opëkomen is; en dut is nou de derde; 't was een goeie vrouw, een beste vrouw; maar wel een beetje eenzelverig. Och heer! is ze dood; ik docht nog zoo: kom an, een gestoofd peertje, daar placht ze anders nog wel van te houën."

"Zoo! heb je ook al gehoord van den moord van Parijs? Nou! die goeie man had het paard ook gezien en geprobeerd: en hij docht, dat hij wonder wat kocht; maar jawel! hij liet zich royaal weg een ouwen blinden knol in de handen stoppen en mag den hemel danken, zoo hij er den volgenden dag den nek niet mee gebroken heeft."

Het docht hem dat het langen tijd was geleden. Hij zat uitgeput. De beelden van zijn smart konden niet meer inwerken op hem en aandoeningen verwekken. Al zijn geestelijk bedrijf lengde op eene lijn uit in kleurlooze schemering.

Hij kwam niet de laatste aan tafel, want in alles moest de schuchtere mijnheer Alderman de laatste wezen; maar het docht hem dat iedereen reeds had plaats genomen, toen hij een overblijvenden schotel trof en ervóor, op een hoekje, een stoel ging schuiven. Hij keek traagzaam rond. De tafel rumoerde bescheidenlijk. Men bracht oesters en schonk den wijn.....

Ja, och ja, neem 't mij niet kwalijk. Ik had het zoo druk.... Herkent ge mij nog? vroeg pastoor Doening guitig. Simon Peter wilde beleefd opkomen tegen eene zoo onmogelijke veronderstelling; doch toen hij den priester in het aangezicht keek en dat aangezicht daar vriendelijk-blank boven de zwarte toga opglom, docht het hem dat de lach met een onbekenden rimpel gescherpt was.