United States or Guyana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was een Tantalus-kwelling voor de lieve echtgenooten, broeders en andere familieleden, die in kleine bootjes ons schip reeds waren tegemoet gekomen en steeds om ons heen bleven dobberen, en die op eenige armenlengten van het liefste wat zij bezaten verwijderd waren, en toch noch bij ons aan boord mochten komen, noch de lang verwachten over de verschansing heen bij zich in het bootje mochten tillen en meevoeren.

Daarop begroette de aangekomene ook de anderen met een minzaam handgebaar, maar zij sprak niemand toe, alvorens de Regent naderbij trad om het woord tot haar te richten. Met een kort: »Dat later!" ging zij hem echter voorbij. En toen Zeno het portier van haar draagkoets opende, klonk het met gedempte stem: »Ik ga te voet. Na al dat dobberen op de golven, kan ik mij van geen draagstoel bedienen.

Maar niemand mocht in zijne keuken komen. Want dan werd hij uiterst grammoedig, en sloeg hij met zijnen pollepel gelijk de duivel op Geeraard. En wederom werd hij geheeten: Lamme de Leeuw. Bij zonneschijn, bij regen, bij sneeuw, bij hagel, 's winters en 's zomers, dobberen de schepen der Geuzen op het ruime sop. Alle zeilen bijgezet, gelijk zwanen, blanke zwanen der vrijheid.

Dan vieren zij feest en reien in de bosschen en op de velden, dan spelen zij met de karbonkels van den starrenhemel en dobberen wiegelend op de koppen der golven; dan zingen zij in de suizende lucht en vermeien zich in de kelken der bloemen.

Ziet zij wel, dat de zwarte, vuile stoker telkens kolen in den oven werpt? Och, mocht hij eens een fijn, fatsoenlijk en welgemanierd vermoedentje bij haar kunnen opwekken, dat, zoo hij dit nalaat, wij weldra stil zullen liggen dobberen midden in den stroom, of meedrijven met den vloed en terug met de ebbe, opdat zij er uit opmake, dat een organisme voedsel moet hebben om te werken en te handelen!

Zij zeggen dat hij onwankelbaar geweest is maar in dit ééne: in zelf-vertrouwen; dat het geloof in de onuitputtelijke kracht, grootheid en goedheid van zijn ik de rotsgrond is geweest onder zijn voeten. Ook dit kan waar zijn, ook hierin was hij een moderne, tot het wezen der moderne persoonlijkheid behoort die verscheurdheid, dat dobberen tusschen al te gering en overmatig zelfbewustzijn.

Hij staat zoo hoog, dat het mij is alsof hij over de grenzen van het bestaande heen kan kijken en onze aarde als een grooten bol, met niets, niets, onder zich en hij zelf alleen er boven, in den blauwen ether ziet drijven. En hij blijft daar dobberen, wiegelen, deinen in de snorrende luchtstroomen, die hem omvangen houden met hun zachte armen.

Altijd liggen aan weerszij van de pier schepen en schuiten; de booten van de Paketvaart, Chineesche zeilers, Makassaarsche prauwen, die als een oud-Hollandsch galjoen van voor naar achter steil oploopen, prachtig als met opgespreide wieken zwemmende zwanen op het water; bij twintig tegelijk dobberen geankerd de Inlanderbootjes langs het strand, de zeilen tusschen schuins hangende kokospalmen.

Weêr een oogenblik was het den jongen man geweest of hij de meeldraden als voelsprieten had zien trillen, en de krans van schutbladen zich op en neêr bewegen, als de weeke leden van een zeester die ligt te kleppen en te dobberen in de zee. Hij begon het benauwd te krijgen in de kas; tot stinkens toe hingen de dampige bloemgeuren saâmgedrongen in de kleine ruimte.

Op een afstand van drie mijlen van de haven lag een smaldeel van Fransche oorlogschepen ten anker, terwijl een weinig dichter bij den kant eenige handelsvaartuigen voor hunne ankerkettingen lagen te dobberen, die door de groote verscheidenheid hunner nationale vlaggen eene groote levendigheid aan die reede bijzetten.