United States or Bolivia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De ligging van Sabathra laat zich, naar mijne meening, alleen verklaren als directe uitvoerhaven van Rhadames, het oude Cydamus, bij den doorgang van den breeden pas van Djado, waar de karavanen door gingen, en waar ze nu nog passeeren, om zoo de streek van Rhadames met de zee te verbinden.

Te Djado betalen een man en een kameel een éénheid, dat wil zeggen, dezelfde belasting als twee koeien, of tien schapen, of vijf-en-twintig geiten, of vijf-en-twintig olijfboomen, of vijftig palmboomen, of tweehonderd vijgenboomen. De moskeeën, die op enkele hoogten in het district Fossato staan, zijn oudtijds het godsdienstig middelpunt geweest der Nefoesiërs.

Zij voeren de matigheid zoo ver, dat ze zich van sigaretten en thee onthouden, omdat het gebruik van tabak en thee zonde is in hun oogen. Toch is het bekend, hoe de menschen in Afrika op het rooken gesteld zijn, en hoeveel ze van thee houden, die overal voor koffie in de plaats komt. Te Djado, zooals in bijna het geheele bergland, is het water ondrinkbaar door de vele magnesia, die het bevat.

Tusschen de kust en Djado heeft men over een breedte van 100 KM. de groote vlakte, een uitgestrekt gebied van laag land, Djeffara genaamd, den toegangsweg van de zee naar het hooge plateau in het binnenland. De vlakte loopt onmerkbaar op naar den voet der hooge rotsen van den Djebel of het bergland, waar ze door een reeks van onafgebroken verhoogingen eindelijk 300 M. hoogte bereikt.

Zooals te Gariana en te Kikla de wegen naar Fezzan geopend worden, zoo opent de kloof van Djado, die wij zullen passeeren de route naar de oasen van Rhat en Rhadames aan de kust. De naam Djado is die van het dorp, waarboven de Turken hun fort hebben gebouwd; de toppen van het dal dragen veel dorpen, tot het administratieve district Fossato behoorend.

Dichtbij het dorp kan men nog het graf vinden van Aboe Obeïda, een plaatselijke beroemdheid, die over de heele streek gezag uitoefende en zich in bloedige gevechten wikkelde met de Berbers van de hooge plateaux, om de macht te behouden, hem door den imam geschonken. Op den 28sten Maart bestegen wij te voet de wijde spleet bij Djado, waardoor de rivier Djinaoen het bergland verlaat.

De grachten om het kerhof liggen vol lijken, die men zich de moeite niet geeft te begraven; en we zagen menig geraamte, waarvan het doodshemd tot lompen is geworden. De ingang van de kloven van Naloet is nog grootscher dan die van Djado. Het dorp, dat de inboorlingen liever Daloet noemen, ligt op 750 M. hoogte op den top van een steile rots, die over afgronden van tweehonderd meter heen hangt.

Toen hij Tripolis verliet, waar de pacha hem langen tijd in boeien had laten smachten, sprak hij over de stad den volgenden vloek uit: "Dat Grod u een vijand zende, die noch Hem, noch de zonde vreest!" En zeer kort daarna maakten de Christenen zich van Tripolis meester. Wij passeerden Djado, zonder er ons op te houden ondanks het vriendelijk aandringen van den kaïmakan.

Zooals te Gariana en te Kikla de wegen naar Fezzan geopend worden, zoo opent de kloof van Djado, die wij zullen passeeren de route naar de oasen van Rhat en Rhadames aan de kust. De naam Djado is die van het dorp, waarboven de Turken hun fort hebben gebouwd; de toppen van het dal dragen veel dorpen, tot het administratieve district Fossato behoorend.

Ook onderhoudt het turksche gouvernement te Djado alleen een garnizoen van achthonderd man, wier citadel de heele streek beheerscht. De woeste stammen mogen in het geheel geen vuurwapenen bezitten, en ze blijven thans rustig in hun dorpen en komen 's avonds samen, om elkander met verhalen over de heldendaden van de voorvaderen te vermaken.