United States or Taiwan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wanneer deze soort voor 't eerst in Europa verschenen is, kan niet met zekerheid opgegeven worden. Albertus Magnus is de eerste dierkundige, die de Zwarte Rat als een Duitsch dier vermeldt; zij was dus hier reeds in de 13e eeuw inheemsch. Gesner noemt haar een dier dat "menigeen beter kent, dan hem lief is"; de bisschop van Autun sprak in het begin der 15e eeuw de banvloek der kerk over haar uit. 't Zou kunnen zijn, dat zij uit Perzië afkomstig is, waar zij tegenwoordig in ongeloofelijk groot aantal voorkomt. Tot in de eerste helft van de vorige eeuw voerde zij in Europa de opperheerschappij; sinds dezen tijd heeft de Bruine Rat haar dit gebied betwist, overal waar dit geschiedde, heeft zij moeten wijken. Toch is zij ook thans nog over nagenoeg alle werelddeelen verbreid; zij komt echter slechts zelden in grooten getale voor, maar leeft bijna overal afzonderlijk en ver uiteen. Naar het schijnt, is zij in Duitschland bijna overal verdwenen; toch zijn o.a. nog in Noordwest-Duitschland (Bremen, Luneburg) en in Thüringen (bij Rudolstad) woonplaatsen van de Zwarte Rat bekend. Prof. Ritzema Bos schrijft hierover het volgende (Landbouwdierkunde, Dl. I, p. 97): "Dat langzamerhand de Zwarte Rat in Europa vermindert, in vele streken zeldzamer wordt, of zelfs geheel verdwijnt, is het noodzakelijke gevolg van de voorrechten, welke de sterkere overal in de natuur boven den zwakkere heeft. En dat dit niet alleen in bepaalde streken, maar in 't algemeen het geval is, blijkt o.a. zeer duidelijk uit de prijslijsten van verschillende handelaars in opgezette dieren. Terwijl op die van voor 15

Vader en mijn zuster Trijn zijn er vast toe besloten, dat vader nimmer weer op ons kamerlid stemmen zal, indien ooit diens dierkundige en staatkundige welverzekerdheid met elkander in tegenspraak mochten komen te geraken. Maar daar bestaat in het geheel geen kans op.

Op den beganen grond en op de eerste twee galerijen huizen de dierkundige verzamelingen; op de derde galerij zijn de ethnografische collecties en de voorhistorische oudheden tentoongesteld.

De Nederlandsche regeering beschikt hier over een werktafel, die zij van tijd tot tijd met boven allen lof verheven mildheid aan een dierkundige ter beschikking stelt. Maar genoeg hierover. Wij kunnen echter nog geen afscheid van het Aquarium nemen zonder een bezoek gebracht te hebben aan de osteria van Vicenzo Bifulco in de Via del Molo, een der nauwe trapsteegjes der Via Roma.

Hoewel jagers, handelaars, enz. den Luipaard, die kleiner is en een meer ineengedrongen lichaam heeft, op grond van zijne levenswijze en uitwendige eigenschappen vrij zeker weten te onderscheiden van den grooteren, slanker gebouwden Panter, wordt toch deze onderscheiding door den dierkundige niet gemaakt, omdat zij niet vol te houden is.

In de dierkundige werken wordt van de levenswijze van de Gordelmuis niet anders bericht, dan dat zij in zandige vlakten leeft en hier op soortgelijke wijze als onze Mol in Europa, lange gangen onder de oppervlakte van den grond graaft; met zorg vermijdt zij het verlaten van haar onderaardsch paleis en komt waarschijnlijk alleen bij toeval aan de oppervlakte van den bodem.

Wy beginnen echter met den leeu, op de wyze der Ouden, die in hem den koning der dieren zagen. En niet met den aap, zoo als de hedendaagsche dierkundige wetenschap eischt. Leeuw, De Leeuw, Leeuwen, Leeuwe. De geslachtsnaam De Leu, in Vlaanderen inheemsch, is niet van den leeu afkomstig, maar, zonderling genoeg, van den wolf.

Hunne mededeelingen over de levenswijze van dit dier bevatten vele fabelen. Plinius schreef Aristoteles na, maar voegde aan de betrekkelijk zeer juiste beschrijving van dezen uitmuntenden Griekschen dierkundige eenige fabels toe. Oppianus geeft een voortreffelijk verslag van de merkwaardige berenjachten der Armeniërs aan den Tigris.

In sommige opzichten herinnert het aan de Galago's; geen dierkundige zal hierin echter een motief vinden om het met deze dieren tot één familie te vereenigen.

Mijn oogmerk zal daarbij zijn den lezer in staat te stellen om den rang te leeren kennen, dien de in dit werk meermalen genoemde dieren in de reeks innemen, en hem de moeite te besparen zich daarvoor tot andere dierkundige werken te wenden.