United States or Peru ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het is 24 December 1538. Zoo juist zijn twee vrouwen, die de Delftsche poort uittraden om met de schuit naar Delft te vertrekken, aangehouden. Ze zijn dezen morgen met den vrachtwagen van het Kralingsche Veer gekomen en hebben de onvoorzichtigheid begaan onderweg een lied te zingen, dat geen twijfel liet, of ze behoorden tot de secte der Wederdoopers.

Een reiziger heeft enkele klanken opgevangen en spoedig is zijn besluit genomen. De 50 Carolusguldens , die op het aanbrengen van een ketter gesteld zijn, wil hij verdienen. Als de vrouwen, waarvan de jongste met een knaapje op den arm, zich na eenig oponthoud in de stad, te voet naar de Delftsche schuit begeven, snelt hij naar den Baljuw Minnebeek, wien hij zijn ontdekking mededeelt.

Torteltak scheen met Ambrosine meer van de bergen dan van de lieve badgasten gesproken te hebben. De Delftsche familie had nog niets beklommen; want zij was gisteren pas gearriveerd.

Op den 12den vertoont zich in den vroegen morgen voor de Delftsche poort van onze stad een zonderling ruiter. Hij maakt een geweld van belang en stelt zich aan als een krankzinnige. Als zoodanig beschouwen de poortwachters den zonderlingen gast dan ook. Als ze hem binnen laten, slaat hij als een dolleman om zich heen, schatert het nu eens uit van lachen en begint dan weer luidkeels te zingen.

Sinds 1593 zijn de overgebleven nonnen in het Gasthuis ondergebracht en hebben de Heeren van de Admiraliteit van de Maze hun kantoor in het Prinsenhof. Zij zijn de bestuurders van het deel der vloot, dat in Rotterdam thuis behoort. Behalve dit klooster heeft Rotterdam nog andere binnen zijn muren gekend. In 1441 werd het Cellebroedersklooster aan de Delftsche Vaart, dicht bij de Kerk gevestigd.

Het laat-Gothische poortje van 't gebouw heeft nog bouwkundige waarde. Het zou een miskenning van onze vaderlandsche ondernemingen en van een oude beroemdheid van Delft zijn, als wij niet enkele oogenblikken onze aandacht wijdden aan het Delftsche aardewerk. Delft is vanouds een bloeiende industriestad geweest, gelijk wij reeds opmerkten.

Misschien oordeelde zij voorbarig; want zij had aan de table d'hôte toch reeds drie zeer solide gekleede Goudenaars en eene Delftsche familie met zeven kinderen ontmoet. Een der Goudenaars was zeer spraakzaam, en de zeven Delftsche kinderen waren zeer woelig, de Delftsche papa zeer kinderbedervend, en de Delftsche mama heel slordig.

Dat land met mooi en kostelijk rundvee moest van de stad, die zich aan den Vliet ontwikkelde, wel een plaats maken met een beroemde botermarkt. De Delftsche boter heeft haar roem door alle tijden hoog weten te houden, aan welke wisseling ook de overige industrieën dier stad onderworpen waren.

Dit zeggende, sloeg hij op de tafel, en kommandeerde nog eene flesch Hochheimer. De schoolmeester zag naar Veervlug met een veelbeteekenend gezigt; maar daar deze terwijl met de Delftsche dame in discours was geraakt, vond zijn gelaat het gepast, maar weêr de gewone onbeduidendheid aan te nemen. "Heden, Mijnheer!" zei de Delftsche dame: "watte mooije versjes zijn dat!

Nu en dan sloeg zij de oogen peinzend op. Het laatste avondgloren achter de twee Delftsche torens legde over hare wangen zijnen weerglans van karmijn. Opeens hoorde zij eenen voetstap naderen. Een jonge man trad behoedzaam om den hoek van den kerkhofmuur heen. Justus Eykendaal stond vóór haar. Wanneer men eenzaam zit, en een goed oud vriend.... Maar hoe nu!