United States or New Zealand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ontbreekt dit, dan is het zelfs geen leed. Wat deert het u, als het geheele volk u uitjouwt, als gij u zelf maar toejuicht? En het verlof hiertoe verleent de Zotheid alleen. Van de wetenschappen, die in het algemeen tot verderf van het menschdom zijn uitgevonden, bezitten zij, die het nauwst met de Zotheid verband houden, de meeste waarde.

"Dat is niet recht van u, melieve," zeide Wronsky, om haar neder te zetten. "Vertel mij liever, wat u deert; wat is dat voor een ongesteldheid? Wat zegt de dokter? Maar het is zeker in 't geheel geen ziekte, als ik juist vermoed? Het is slechts in uw toestand gelegen? Wanneer zal het dan zijn?"

"Maar.... maar.... wat....!" klonk het eensklaps akelig uit de dichtgeknepen keel des ouden: en toen, toen werd dat eerwaardig gelaat zoo akelig wit; toen sloeg hij weder de hand aan het voorhoofd; toen beefde hij over al zijne leden; toen suisde het hem in de ooren, en terwijl de wethouder riep: "Wat deert u?" zonk de grijsaard, die voor een nieuwe beproeving nog geenszins bestand was, machteloos achterover in zijn leunstoel.

O! zoo gij wist, hoeveel tranen gij mij kost, en hoe ik om uwentwille reeds twee nachten slapeloos heb doorgebracht! zoo gij wist, hoe uw brave vader zijn leed verkropt, en, wanneer ik vraag, wat hem deert, het hoofd schudt, en alleen met een zucht antwoordt. Hoe zijt gij veranderd, Ferdinand! gij, wien wij eens oprecht en vroom gekend hebben!

"Monnik!" zeide Reinout, zich niet langer kunnende bedwingen: "ik zweer u, wee hem, die den grijzen Ridder een haar deert. Neem hem gevangen: hij kan u een goeden losprijs betalen: en uw altaar zal blinken van gouden en zilveren vaten. Hij kan ons niet ontkomen, en zal zich wel moeten overgeven." "Neen!" zeide de Abt, met een boozen lach: "ontkomen kan hij niet, zoomin als een der zijnen.

Neen het deert haar zelfs weinig dat mevrouw de gravin met zulk een bijzondere belangstelling naar 't een en ander van vroeger informeert, en straks met iets zonderlings om de lippen haar vraagt of haar mama misschien geparenteerd was aan de familie Lyderick van Zevenkerken? Zij meent den naam Lyderick te hebben gehoord. De oude graaf Lyderick had een paar germain nichten gehad, maar...."

Zij sprak niet meer, zij ademde niet meer; ten halve had zij zich opgericht, haar magere arm kwam uit het hemd; haar gezicht, dat even te voren schitterde, was dof, zij scheen op iets vreeselijks te staren vóór zich aan 't einde der kamer, haar oogen waren opengespalkt van schrik. "Mijn God!" riep hij. "Wat deert u, Fantine?"

Sla toe en word de hoofdman van ons allen; Dan doen we u hulde en volgen uw bevelen, En eeren u als onzen heer en vorst. 67 EERSTE BANDIET. Maar als gij onze gunst versmaadt, dan sterft gij. TWEEDE BANDIET. Gij leeft niet, dat gij op ons aanbod pocht. VALENTIJN. 'k Neem 't aanbod aan en wil met u hier leven; Doch op beding, dat gij steeds zwakke vrouwen En arme zwervers spaart, hen nimmer deert.

»Hebt gij mij misschien iets te vragen?" zeide Rhodopis. De oude vrouw weifelde nog. »Spreek vrij uit, spreek; maar maak het kort!" »Ik zag u weenen," begon de trouwe slavin ten laatste; »het schijnt mij toe, dat gij onder kommer gebukt gaat, of krank zijt. Mag ik niet bij u waken; wilt gij mij niet zeggen, wat u deert?

Wie wonen mag aan de wateren des levens, op dien heeft dat vuur dan geen vat. Dien deert het niet. Die zal van verre dien vreeslijken gloed aanzien, maar hem zal geen haar gezengd worden. o, Wel u, zoo ge de reuke dier frissche wateren nu reeds van verre riekt, zoo ge den Blusscher van het vuur der zonde kent, en de Heere als een schild en rondas om u is geworden.