United States or Montenegro ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Heden Dominee!" zeide de Baker, terwijl zij verbaasd het hoofd ophief en met den paplepel in de hand als het beeld der verwondering staan bleef: "ik dacht, dat de Psalmen alle Davids waren, zooals er voorstaat." "Stil Baker!" zeide Mevrouw: "Zijn Weleerwaarde zal het immers beter weten dan gij."

Zij hebben vroeger ook in Bethlehem gewoond en waren evenals ik uit Davids geslacht. Zeker heb ik hen gekend. Het waren goede menschen. Ik was toen nog een kind. Maar daar valt mij iets in. Al kan ik u niet in de herberg opnemen, ik kan u toch ook niet wegzenden. Ik zal voor u doen wat ik kan. Gij zult niet buiten overnachten. Roep uwe vrouw.

Kapittel XXVI, vers 12 en 13, zegt 't voort: Spreekt weêr over de weduw die te eten krygt in de poort; Een hoofdstuk verder laat de Heer door Mozes betuigen, In vers 19, dat men 't recht van de weduw niet mag buigen; Twee Samuel XX, vers 3, spreekt er uitdrukkelyk van Dat Davids bywyven leefden als weduwen, by 't leven van haar man... By... wat? vraagde jufvrouw Pieterse.

De engel vervolgde: Want heden is u geboren de Zaligmaker, welke is Christus, de Heer, in de stad Davids. En dit zal u het teeken zijn: gij zult het Kinderke vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe. De hemelbode zweeg.

Tot den stam van Juda te behooren was reeds veel waard, zich een zoon van David te mogen noemen, gold bij Israëlieten als de hoogste eer, en zeker nergens meer dan in de stad Davids. Ook op den deurwachter maakte het indruk.

Wat overigens het beddelaken aangaat, waaruit hy naar Davids voorbeeld 'n slip snyden wilde... 't was eigenlyk jammer dat-i niet aan zeer fyn linnen gewoon was. Dit belette hem, de poëzie van 't byzonder grove te genieten. Rein w

Davids huis was een afgehouwen tronk, en de gansche wereld scheen eer rijp voor 't gericht dan voor de verlossing. Maar de Heere doet een afgesnedene zaak op aarde. Jubel hoog op, mijn ziel! De sterkte is Godes! Hij heeft ter bestemder tijd en plaats den Zaligmaker der wereld geschonken. Het scheen onmogelijk, dat de wereld zulk een Zaligmaker zou aannemen. Voor Hem was nergens plaats.

"Davids ... wat is dat?" ... "Dat dee ik niet, mijnheer!" "Wie dee 't dan?" "Dat weet ik niet!" "Jan, heb jij die erwten laten vallen?" "Nee mijnheer!" "Wie dan?" "Dat weet ik niet." "Weet je 't geen van tweeën?" "Nee mijnheer!" "Nee-ee-ee!" "Laat 't niet meer gebeuren."

JAN ALTHUYSEN, heeft, in het 2de deel zijner Rymlery, de 150 psalmen DAVIDS, in Friesche berijming, opgenomen, doch alleen die, welke door GIJSBERT waren overgeslagen, zelf berijmd, en de door dezen berijmde, op hare plaats, tusschen de zijne in laten drukken, beider werk door naamsonderteekeningen onderscheidende.

Niemand antwoordde. Christus, de Heer, is geboren, zeide hij dat niet? Ja, antwoordde een ander. En zeide hij ook niet dat hij geboren is in de stad Davids? dat is dan toch Bethlehem, daar ginds. En dat wij hem zouden vinden in doeken gewonden?