United States or Iran ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijn geheele persoonlijkheid was overigens kalm, zijn manier van vertellen klaar, kort en duidelijk, soms bijna cynisch en zeker zou men hem een volkomen rustig man hebben kunnen noemen, indien niet zijn handen zoo voortdurend in beweging waren geweest. 'k Ben in Friesland geboren, begon hij, op een klein dorp, waar mijn vader plattelands geneesheer was.

De meeste jonge mannen die Annie ontmoet had, plachten cynisch te pochen op hun ongevoeligheid, Louis was zacht en meelijdend; de meeste anderen wisten of merkten wel wat haar ouders voor menschen waren en praatten over hen op oneerbiedig ironischen toon, ook al was zij er bij, iets wat haar altijd erg hinderde; Louis deed dat nooit, hij liet nooit merken dat hij begreep hoe de verhoudingen waren in dat huis, toch was 't soms of hij haar wilde troosten door hartelijken omgang en stille hulde.

Als je haar eens ’n klein tikkie cognac liet drinken; wil ’k je de flesch eens aangeven?” vraagt Pietersen, en een cynisch lachje om zijn breeden mond doet even de uiterste spits van zijn tong zichtbaar worden. Walten antwoordt niet; hij houdt zijn kind omvat, legt zijn stoppelige wang tegen haar hoofd en sust haar even alsof ze een klein meisje was.

Bij nader kennismaking vallen dezen hem niet mee en verliezen zij het heiligenschijntje, dat zich in zijn fantasie om hun hoofd gevormd heeft. Hij wordt dan cynisch gestemd, en het cynisme is eigenlijk de toon, waarin zijn werken gestemd blijven.

Of misschien zijn het de jonge kinderen van dertien, veertien jaren, die men 's avonds bij bosjes tegenkomt meisjes kan men ze niet noemen, maagden zijn het niet meer geblanket en half naakt, cynisch lachend tegen oude verdorvelingen, die hen tegen zich aandrukken en wier lusten ze moeten voldoen.

Er ligt een onbarmhartige bespotting in de ballade Les contrediz Franc Gontier. Cynisch stelt Villon tegenover de zorgeloosheid van dien idealen buitenman met zijn maal van uien "qui causent fort alaine" en zijn liefde onder de rozen, het gemak van den vetten kanunnik, die de zorgeloosheid en de liefde geniet in een wel behangen kamer met een haardvuur, goeden wijn en een zacht bed.

GUILLAUME DE LORRIS, uit de school van CRESTIENS DE TROIES, is een elegant prediker der hoofsche liefde, een vereerder der vrouwen, een bevallig kiesch dichter, die voor edele heeren en hoofsche vrouwen schrijft JEAN DE MEUNG is een geleerde met een scherp verstand, een open oog voor de werkelijkheid in al hare naaktheid, onbevangen, sceptisch, niet zelden cynisch, die de vrouwen minacht.

Hij weet van geen uitscheiden. Als een kind, dat een mooi spelletje bedacht heeft, blijft hij doorzeulen op zijn toch eigenlijk zoo aardige stokpaardjes. Om dan opeens weer te komen met een nieuwe vondst en de vorige te vergeten, ons opnieuw te boeien en opnieuw te ergeren. Aan een sentimenteel verhaal knoopt hij een cynisch slot.

Ik had altijd cynisch gedacht over vrouwen en van ze te houden en dat alles en toen ... toen met jou ...!! Het was zoo nieuw, zoo frisch voor me, ik voelde me als een jongen, ik was verliefd op je en ik hield van je, ook niet alleen omdat je mooi was, maar om alles wat je zei of deê, omdat je was zooals je was, zoo kalm altijd en zoo lief ... o God, ik aanbad je.

Hij moest zich meester zijn, niets laten merken ... aan niemand!... Maar hóé ... hoe zou hij zijn?... Hij moest dat maar verstandelijk vooruit bepalen, dat was 't beste; het zou toch al comedie zijn..., een rol!... maar wat voor rol zou hem 't gemaklijkst afgaan?... Een misanthroop, een somber zwijger?... of iemand die zich dronken praat?... Een redeneerder die met grooten ernst zich druk maakt over niets?... een clown, een paardenspel-pias, die 't volk doet juichen als hij enkel grijnst, hun botheid cynisch exploiteert.... Ja, dat was wel het beste masker, maar hij zou 't niet kunnen.... Zijn mensch-verachting was niet groot genoeg.... O neen!... In godsnaam waardigheid!...