United States or Tanzania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Uit voorzorg liepen Craig en Fry aan weerszijden van Kin-Fo, al de voorbijgangers nauwkeurig in het oog houdende en zorgende dat niemand hem naderen kon. Zij gingen zoo door de nauwe straten der stad en kwamen op de kade, waar een nommer der Staatscourant gekocht en gretig doorgekeken werd.

Het was eigenlijk een klooster, tot hotel ingericht, waar de vreemdelingen een zeer goed logies konden vinden. Kin-Fo, Craig en Fry maakten het er zich dadelijk huiselijk, de beide agenten in een kamer die onmiddellijk aan die van hun kostbaren reisgenoot grensde. Soun verdween om aan zijn slaaplust bot te gaan vieren en werd vooreerst niet teruggezien.

»Ben je goed gezond?" vroeg hem Fry. »Neen!" »Je moet het hoofd stil houden", voegde Craig er bij. »Het hoofd?...." »En je mond dicht...." vervolgde Fry. »De mond?...."

En Kin-Fo onttrok zich, met tranen in de oogen, aan de armen van de jonge vrouw, die hem wilde weerhouden. Op dienzelfden dag verlieten Kin-Fo, Craig en Fry, gevolgd door Soun, wien ook geen oogenblik rust te beurt mocht vallen, Peking en begaven zich naar Tong-Tchéou. Zij waren er in een uur.

Des avonds kwamen Kin-Fo, Craig, Fry en Soun, die haast niet meer voort kon, in het hotel terug en den volgenden dag hadden zij Nan-King verlaten. Waarin Kin-Fo, zijne beide satellieten en zijn knecht op avontuur uitgaan. Wie is de reiziger, die de groote rij- en waterwegen van het Hemelsche Rijk met zooveel volharding aflegt?

Dat was een wijze voorzorgsmaatregel. De zon zou spoedig de vochtigheid doen opdrogen, die door een drie- of viertal golven, tijdens den typhon, in 't inwendige van 't vaartuig gebracht was. Craig en Fry waren bij hunne wandelingen over het dek reeds herhaaldelijk blijven stilstaan bij het groote luik.

Het scheen dat de beide agenten er in geslaagd waren, want het monster zonk, na eene laatste poging beproefd te hebben om Kin-Fo te grijpen en na een breeden bloedstroom verloren te hebben, in de diepte. »Hoezee! hoezee! hoezee!" schreeuwden Fry en Craig eenstemmig, hunne messen zwaaiende. »Ik dank u!" zei Kin-Fo.

»Al naar u dat zelf verkiest!" Kin-Fo zag de beide agenten, die zeer beleefd en ernstig spraken, met verbazing aan, maar begreep er niets van. Op dit oogenblik verschenen de eerste stralen der maan in het oosten boven den gezichteinder. »De maan!" riep Fry uit. »En heden 30 Juni...." riep Craig uit. »Komt zij te middernacht op...." »En daar uw contract met de Eeuw niet vernieuwd is...."

Het was immers juist aan het gebrek aan arbeid dat Kin-Fo het gebrek aan begeerten en bij gevolg, het gebrek aan geluk hier beneden te danken had! O! 't Was een goede les! Hij meende het althans!!... Neen! vriend Kin-Fo, toch was het zoo niet! Met veel moeite en na herhaalde mislukte pogingen slaagden Craig en Fry er ten slotte in een voertuig te vinden, het eenige dat het dorp bezat.

»Neen! levend!" riep Kin-Fo uit... »Ik wil niet dat Wang een oogenblik door mijn schuld gevaar loopt!" »Craig en Fry, voegde William J. Bidulph er bij, »je staat gedurende zevenenzeventig dagen voor onzen cliënt in. Tot 30 Juni a. s. vertegenwoordigt mijnheer voor ons een waarde van tweemaal honderdduizend dollars." Daarop namen de cliënt en de hoofdagent van de Eeuw afscheid van elkander.