United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


Heeft men planten van deze geslachten, die een schoone kroon hebben, doch van onderen kaal en daardoor leelijk geworden zijn, dan kan men die in de kamer toch zeer goed verjongen, door haar te ringen, op de wijze op bladz. 37 uitvoerig besproken. Onder de Cordyline's vinden wij, zooals reeds gezegd is, talrijke hardere soorten, die als decoratieplanten zeer goed dienst kunnen doen.

Bij de meeste Cordyline's zijn de wortels slechts éénjarig; tegen het voorjaar sterven zij af, gelijktijdig ontspringen echter uit de onderaardsche stengels jonge, witte wortels, die spoedig den geheelen pot vullen. De tijd, waarop dit wisselen geschiedt, is verreweg de kritiekste en men moet dan zeer voorzichtig zijn met het gieten.

De winterverpleging der Cordyline's en Dracæna's is het lastigst van de geheele cultuur. Het gevoeligst zijn de bontbladerigen; de aarde moet tamelijk droog, in ieder geval meer droog dan vochtig gehouden worden, daar anders de wortels en onderaardsche stengeldeelen afsterven, waardoor de geheele plant kan verloren gaan.

De Cordyline's en Dracæna's vormen twee geslachten uit de familie der Liliaceeën. De hiertoe behoorende soorten komen meest alle voor onder den naam Dracæna, eenige ook onder den naam Aletris.

Deze, dikwijls met zeer fraaie bladeren prijkende bladplanten zijn een zeer belangrijk handelsartikel. Men vindt ze tegenwoordig in bijna iedere kweekerij, waar zij door te veel leeken nog steeds voor Palmen worden aangezien, waarmede zij echter niets gemeen hebben. De betrekkelijk kleine bloemen der Cordyline's en Dracæna's verschijnen in groote trossen.

Het voortkweeken der Cordyline's en Dracæna's geschiedt in de kweekerijen op verschillende manieren. Verscheidene soorten worden uit zaden gekweekt; gewoonlijk echter geschiedt dit langs ongeslachtelijken weg door middel van stekken.

De Cordyline's en Dracæna's worden niet te vroeg in het voorjaar verplant. Heeft men jongere, in potten staande planten, dan geschiedt dit eens per jaar. Oudere, in kuipen staande exemplaren daarentegen behoeft men slechts om de 2