United States or Indonesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Beatrice dus werkelijkheid en symbool, de Vita Nuova spontane lyriek en bedachte allegorie. Zoo is ook de Divina Commedia een schepping waarin zuiverst gevoel versmolt met hoogste gedachte. En dezelfde gedachte als die welke de Vita Nuova beheerscht: de loutering van den geest door begeerte, afdwaling, leed, berouw en terugkeer heen tot de hoogste Liefde.

Alleen daarom reeds is de bestudeering der Vita Nuova noodig voor wie Dante's karakter juist wil beoordeelen. Maar evenzeer is zij noodig om den zin van zijn werk dieper te leeren verstaan. Beide werken, de Commedia en de Vita Nuova, hebben in wezen hetzelfde onderwerp: de loutering van den geest door de Liefde.

Wie de Divina Commedia las, kent den toornenden profeet en den berouwenden zondaar; maar hij kent niet den zachtzinnigen minstreel, den weeken jongeling, die verbleekt en beeft bij den aanblik van een jong meisje en die, liggend in zijn eenzame kamer "als een geslagen knaapje" den "grond met tranen baadt" omdat zij hem heur groet onthield.

Het eerste, het wereld-epos, is in schijn objektiever; het tweede, de eerste moderne ik-roman, in schijn subjektiever; in werkelijkheid openbaart de Commedia evenveel van den persoonlijken Dante als de Vita Nuova van den onpersoonlijken wereldwijze.

Aan de muur hing een lijst met afvaarten van stoombooten, waarvan de laatste al weer lang was binnengekomen en na dien tijd weer uitgevaren, herhaalde malen. En op den schoorsteen stond een dik boek, een prachtuitgave van de Divina Commedia. Buiten stonden de lantaarns te branden, bleek en vreemd in 't laatste daglicht, als een wonderlijke vergissing, zooals ze zoo dikwijls gestaan hadden.

Indien men zich herinnert, dat de grootste dichter der middeleeuwen, DANTE ALIGHIERI, vóór het schrijven der Commedia geweifeld moet hebben tusschen de volkstaal en het Latijn, dat hij zelfs den aanvang van den Inferno in Latijnsche hexameters gedicht heeft, dan zal men zich over de toestanden te onzent in vroeger eeuwen niet verwonderen.

Ook Dante uitte nooit iets anders dan zichzelf, schilderde nooit iets anders dan zijn eigen innerlijke leven. Het sterkst, en ook tevens het paradoxaalst komt dit uit in de Divina Commedia, welke de geheele menschelijke en goddelijke wereld verbeeldt.

Kom en zie, en wensch dan evenals ik: dat de dichter gespaard zal worden tot de voltooiing van zijn werk, dat hij "in dien arbeid troost en kalmte moge vinden bij de herinnering aan bittere verliezen", en dat eens zijn geheele vertolking der Divina Commedia het algemeen eigendom zal zijn van het onverdeeld en altijd Nederlandsch sprekende Vaderland. Den Haag, 10 April 1867.

Geloof mij inmiddels met de meeste hoogachting te zijn: WelEd. Zeer. Gel. Heer, 12 Febr. 1866. Uw. Dw. Dienaar. Mijnheer de Spectator! Vergun mij u iets mee te deelen. Omdat gij er nog niet van gesproken hebt vermoed ik dat het u òf onbekend òf althans slechts bij geruchte zal bekend zijn. Natuurlijk kent gij Dantes Divina Commedia.

Evenmin als om de helsche ondervindingen van Dante de Divina Commedia een tragedie is, evenmin is Faust zulks om het eerste deel des gedichts; en het tweede deel, dat "den weg van Faust" bezingt, is niet maar een toevoegsel, waarin de oorspronkelijke opzet van het poeem verloochend wordt, maar een van den aanvang af bedoelde voortzetting en de uitwerking der grondgedachte waarmee het gedicht opent: een goed mensch blijft in het duister gedrang zich van den rechten weg bewust.