United States or Japan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij waren voortreffelijke zeevaarders en tevens zeeroovers, en waren over Z. en W. Griekenland, en over de eilanden der Aegaeïsche zee verbreid en komen ook op Creta en in Caria voor. Lemnius, Lemnios, bijnaam van Hephaestus naar het hem gewijde eiland Lemnus. Lemnus, Lemnos, thans Stalimene, vroeger ook Aethalia, vrij groot eiland der Aegaeïsche zee, tusschen Chalcidice en Asia.

Toen het leger van Philippus gereed was, begon hij met zijn veroveringen, niet echter door Griekenland binnen te trekken, daarvoor was hij te verstandig. Eerst sloeg hij het oog op Thracië en Chalcidice. Op de grens tusschen Thracië en Macedonië lag de stad Amphipolis, en hij nam zich voor, die in te nemen. Athene en Olynthus zouden zich hebben vereenigd om die te verdedigen, maar Philippus dacht er geen oogenblik aan, meer te vechten dan noodig was; daarom beloofde hij Amphipolis aan Athene te geven. Op die wijze nam hij de stad zonder dat òf Athene òf Amphipolis tusschen beide kwam. Hij hield Amphipolis voor zich zelf, in plaats van de stad aan Athene af te staan, maar hij gaf een andere stad aan Olynthus. Zoo wist hij elk verbond af te breken, dat anders tusschen Athene en Olynthus zou kunnen worden gevormd. Philippus

V. s. had ook Dionysus tot de nederlaag der Giganten medegewerkt, door met zijne Satyrs op de kampplaats te verschijnen, allen op ezels rijdende, die zoo vreeselijk begonnen te balken, dat de vijanden de vlucht namen. Bij Homerus zijn de Giganten een aan de goden verwant volk, dat wegens zijne boosheid door Zeus verdelgd werd. Gigonus, Gigonos, kaap en stad op Chalcidice aan de Thermaeïsche golf.

Deze vergrootte zijn rijk met Paeonia, een deel van Thracia en met het gebied der grieksche volkplantingen langs de kust en op Chalcidice, en maakte van Maced. in de 24 jaren zijner regeering eene machtige zee- en landmogendheid, die den Grieken de hegemonie afdwong. Zijn zoon Alexander de Gr. zette de veroveringen op nog grooter schaal voort.

Bovendien onthaalde de staat in het Prytaneum vreemde gezanten, herauten, enz.; ook aan enkele burgers, die zich jegens den staat verdienstelijk gemaakt hadden, werd een plaats aan de tafel in het Prytaneum gegeven, wat in den bloeitijd van Athene als een groote eer beschouwd werd. Sithonia, Sithonia, de middelste der drie landtongen van Chalcidice, tusschen de Toronaeïsche en Singitische golven.

Olynthus, Olynthos, grieksche kolonie op Chalcidice aan den sinus Toronaicus, de belangrijkste van alle volkplantingen aan de macedonische kust. In den peloponnesischen oorlog nam het de inwoners van Potidaea en andere kleinere plaatsen in zich op en kon hierdoor lang zijne zelfstandigheid handhaven, totdat het zich in 379 aan de Spartanen moest overgeven.

Hij wordt afgebeeld als een oud man, met langen baard, gezeten op een troon, met het kleed over het hoofd getrokken en een sikkel in de hand. Crossaea, Krossaia, streek op de grens van Chalcidice aan de golf van Thermae. Croton, Kroton, thans Crotone, welvarende en machtige stad in het land der Bruttii, tusschen 700 en 650 door Achaeërs gesticht.

Stagirus, Stageiros, ook Stagira, ta Stageira, kolonie van Andrus, in het N.O. van Chalcidice, geboorteplaats van Aristoteles, op wiens verzoek Philippus van Macedonia de door hem verwoeste stad liet herbouwen. Staienus, naam in de gens Aelia, zonder historisch belang.

De voornaamste godheid van het eiland was Hera, aan wie een zeer oude en beroemde tempel, door Rhoecus gebouwd, gewijd was. Sana, Sane, Sane, naam van twee steden van Chalcidice, de eene op de Westkust van het schiereiland Pallene, de andere ten N. van de doorgraving van den berg Athos, aan den Singiticus sinus.

De oorspronkelijke bewoners, in de 7de of 6de eeuw door de Macedoniërs verdreven, verhuisden naar het noordelijk gedeelte van het schiereiland Chalcidice, dat zij Bottice noemden, terwijl de vroegere woonplaats den ouden naam Bottia of Bottiaea behield. Bouai, afdeelingen, waarin de spartaansche jongelingschap gedurende de jaren hunner opvoeding verdeeld was.