United States or Argentina ? Vote for the TOP Country of the Week !


In dezen uitersten nood was voor de Conventie krachtig ingrijpen een eerste vereischte; generaal Menou, commandant van de troepenmacht in Parijs, die de opstand niet vermocht te dempen, ja het verzet der royalisten door zijn slap optreden nog had versterkt, werd gevangen genomen; Barras kwam in zijn plaats, maar als leider van soldaten volkomen ongeschikt, nam hij o.a. op raad van Carnot, Bonaparte als tweede bevelhebber.

Ik ben ziek; nauwelijks kan ik mij in den zadel houden; moed alleen bezit ik nog; voor den post, dien ik bekleed, is dit niet genoeg. Reeds telt men het aantal hoofden bij ons. Ons prestige verdwijnt. Soldaten eisch ik dus, of Italië is verloren," schreef hij aan Carnot. Ook beklaagde hij zich, dat men de onderhandelingen met Rome niet had opgedragen aan hem.

In den bovenbedoelden ministerraad gaf de Keizer een beeld van den toestand en vroeg de meening der aanwezigen. Carnot vorderde de dictatuur voor hem. Dat geen zwakheid of vleierij dezen patriot bij dit voorstel leidde, was door zijn bekende eerlijkheid en zijn moedige houding onder het keizerrijk voldoende bewezen.

Nog voordat het jaar 1800 was aangebroken waren de bannelingen van Fructidor zooals Carnot en Portalis, Barrère, Vadier en tal van anderen teruggeroepen, was de wet op de gijzelaars, welke de rampzalige bewoners der Vendée verantwoordelijk stelde voor hun bloedverwanten, die de wapenen hadden opgevat, evenals de gedwongen progressieve belasting en de requisities in natura, ingetrokken.

Aan 't geen daar geschiedde, bleef hij wel zijn volle aandacht schenken. Zijn vraag aan Milo de Melito "of deze dacht, dat hij alleen ter wille van de grootheid van die advocaten uit het Directoire, van een Carnot en een Barras, in Italië zoo vaak had gezegevierd" was welsprekend genoeg.

Carnot en Lucien kregen zoodoende in Maart een zetel in het Tribunaat; terstond wierp de laatste zich weder op tot leidsman der openbare meening. "Ik ben een soldaat, een zoon der revolutie en zal me niet als een koning laten beleedigen" had de Eerste Consul reeds een tijdlang te voren in den Raad van State gezegd, thans had hij de oppositie zijn klauw laten voelen.

Verdacht van medeplichtigheid aan 't komplot werden Carnot en Barthélemy verbannen.

Den 24en April wist Bonaparte van dezen toestand weinig meer dan "dat het leger met de Oostenrijkers handgemeen was," zooals hij schreef aan Carnot en "dat het reserveleger dus geen uur meer te verliezen had, wilde het Massena hulp bieden." Berthier ontving dus bevel zijn macht van Zürich te verplaatsen naar Genève en van hier over den Simplon of over den grooten St.

Hij wilde dus vergiffenis schenken en vergeten, alleen deed hij Carnot het loodje leggen, ontnam hem de portefeuille van Oorlog en schonk ze aan Clarke.

In afwachting van nadere bevelen ruk ik naar de Mincio." Carnot liet zich dit gezegd zijn en trok de order in. Hierop had Bonaparte inmiddels niet eens gewacht, want, zooals hij in zijn proclamatie van den 20en aan de troepen had gezegd: "Veel was er wel reeds gedaan doch nog lang niet genoeg. Van Lombardije mocht geen Capua worden gemaakt.