United States or Guam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Carlsen zegt dat er om en beneden het huis overblijfselen van eenige groote fusten werden gevonden, die van ijzeren hoepels waren voorzien geweest; maar de duigen, zoowel als de hoepels, waren zoo verteerd, dat niets daarvan kon worden medegenomen.

Dat er ook nog andere, tastbare herinneringen van dit feit waren overgebleven, wie vermoedde het? En toch het avontuur, door Barentsz voorzien, zou inderdaad plaats grijpen. In het najaar van 1871 zwierf de noorweegsche gezagvoerder Elling Carlsen, met zijn sloepschip Solid, van Hammerfest, ter walrusvangst uitgevaren, langs de kusten van Nowaja-Semlja.

De geheele verzameling werd, met de daarbij behoorende, de echtheid stavende documenten, door den heer Lister Kay, met groote edelmoedigheid, aan de nederlandsche regeering afgestaan, voor denzelfden prijs, waarvoor hij die van kapitein Carlsen had gekocht. Zoo werden, dankzij de tijdige tusschenkomst en waakzaamheid der regeering, deze relikwieën uit onzen heldentijd voor Nederland bewaard.

Kapitein Carlsen nam de in de hut gevonden voorwerpen, de nalatenschap van Barentsz en zijne tochtgenooten, zoo veel hem dat doenlijk was, mede, en kwam den 4den November behouden te Hammerfest aan. Daar bevond zich toen een engelsch toerist, met name Elis. C. Lister Kay.

Deze had nauwelijks van de ontdekking van kapitein Carlsen gehoord, of hij wendde pogingen aan om de medegebrachte overblijfselen machtig te worden: en reeds den 14den November gingen al de gevonden voorwerpen in eigendom over aan den heer Lister Kay, die ze mede naar Engeland nam.

"Het was op dezelfde plaats, waar Barentsz en zijne ongelukkige lotgenooten in 1596 aan wal waren gekomen, en bij de ruïnen van de door deze zeventien Hollanders tot eene eenvoudige winterwoning opgetrokken hut, dat kapitein Carlsen, op den 9den September 1871, stond.

Voor dat kapitein Carlsen de plek verliet, liet hij in de nabijheid van het huis een baak oprichten, waarop hij een balk plaatste van tien ellen lengte.

Voor zoover kapitein Carlsen kon waarnemen, was het huis zestien ellen lang en tien ellen breed geweest, en in elkander gespijkerd van 1 a 1 1/2 duims dikke en 14 a 16 duims breede vuren of greenen planken. Gedeeltelijk waren voor het huis gebezigd overblijfselen van het verongelukte schip, waarvan nog aan het strand eenige inhouten van eikenhout werden gevonden.

Wat de noorweegsche gezagvoerder daar vond, wordt uitvoerig medegedeeld in een artikel van het te Hammerfest verschijnende dagblad Finmarksposten, dat, in zijn nommer van 12 November 1871, een verslag geeft van de reis van kapitein Carlsen, en omtrent zijne ontdekking van het winterverblijf der Hollanders het volgende meldt.

De booten werden uitgezet; kapitein Carlsen ging aan land, waar een half ingestort huis zijne aandacht getrokken had, en stond nu weldra op de plek, waar, na het vertrek van Barentsz en zijne lotgenooten, alzoo sedert ruim tweehonderd-vier-en-zeventig jaren, voor zoover wij weten, geen menschelijk wezen den voet had gezet.