United States or Oman ? Vote for the TOP Country of the Week !


De prinses wordt naar hare kamer terugbracht; de keten van Carabos is bij middel eener nieuwe schroef hersteld. Allen wenschen elkander goeden nacht. De sergeant-majoor, weinig gerust over den geestestoestand van zijnen gezel, leidt hem naar boven.... en de diepste stilte daalt neder over het huis, waar een oogenblik te voren woest gehuil en bange noodkreten hergalmden.

De anderen, welke gij nog niet hebt gezien, zijn ten eerste de reus Carabos, van wien ik u reeds heb gesproken; ten tweede Baptist-de-vogel, een professor der cijferkunst, die uit eenen ballon gevallen is en meent in de maan te zijn geweest.

Zie, hoe dit zwaard in zijne ridderlijke hand bliksemt.... Let op, let op, daar is de reus Carabos!... Ha, ha, zijn leeuwenhoofd rolt in het zand!... Moed, Arthur, moed: ik hoor den zevenhoofdigen draak uit den afgrond opstijgen en om wraak huilen.

"Uwe trommelaars hebben hem onrustig gemaakt; mij in zijne nabijheid te weten, kan alleen hem bedaren. Ik ga den ongelukkige zijne boeien afdoen. Indien de heeren lust hebben om onzen armen Carabos te zien, zou ik hun aanraden tot morgen te wachten. Nu is hij te aangejaagd. Vaarwel, mijnbeeren: mijn plicht is daar, achter die deur." En zij verdween in de nevenkamer.

Speelt de prinses van Ascalonië nog altijd u in het hoofd of hebt gij weder tegen Carabos gevochten?.... Weg met al die vervelende zagemannen! De eenige wijze en vermakelijke zotten zijn degenen, die de wijn maakt, zooals ik, bijvoorbeeld; maar wel verre van de lieden te willen bijten of verscheuren, zou ik al de menschen als broeders in mijne armen willen drukken.

Maar ze grijpt onmiddellijk den reus hij den schouder, terwijl zij op beheerschenden toon hem zegt: "Carabos, mijn jongen, het tempeest, de donder heeft weder den boozen geest u in het lijf gejaagd. Op de knieën nu, op de knieën! Hoort gij mij niet?" Het wangedrocht beeft in al zijne leden en zinkt grommend voor haar neder.

Zij twijfelden niet, of deze plaats aan tafel was bestemd voor Beth, de moeder der zotten, die met eenen wenk harer oogen den reus Carabos kon doen gehoorzamen.... Maar toen het middagmaal reeds halve was afgeloopen, had nog niemand den ledigen stoel ingenomen.

Gedurende dit soort van orkaan waren de zinneloozen zeer onrustig; de onder-officiers hoorden, van op hunne kamer, hoe ze rondliepen, tierden en schreeuwden, bovenal Carabos, die zijn hol gebrul met het geratel des donders mengde.

Tegen alle verwachting van zijnen gezel, scheen de fourier, den morgen na zijn wedervaren met Carabos, zeer rustig en zelfs van betere luim dan te voren.

Maar zij en die arme Arthur zijn wel te beklagen; want om haar te kunnen redden, moet hij eerst den reus Carabos het hoofd afslaan en eenen draak met zeven koppen overwinnen.... Gij zult het bij gelegenheid wel uit haren eigen mond vernemen. Zij antwoordt zeer zelden rechtstreeks op wat men haar zegt of vraagt; maar vertelt schier elken dag hare geschiedenis aan wezens, die zij waant te zien."