United States or Vietnam ? Vote for the TOP Country of the Week !


De oorsprong der geslachtsnamen Brooshooft en Kluifhoofd is minder duidelik. Zou Kluifhoofd niet in de plaats staan van Kloofhoofd? Kluiven, kluifjes toch zijn gekloofde beenderen. En Brooshooft kan een bynaam zijn geweest voor iemand wiens schedelbeenderen, door eene ziekelike aandoening, byzonder broos waren, zoodat zy, ook by geringe aanleiding, lichtelik braken.

Het schijnt althans dat hy prijs stelde op het voeren van dien naam, als iets byzonders. De geslachtsnaam Hooggeboren, een tegenhanger van Welboren, komt my voor oorspronkelik een bynaam geweest te zijn, in scherts gegeven, en ironice bedoeld. Over deze namen Schout, Scholte, enz. die evenzeer oorspronkelik mansvóórnamen kunnen zijn, zie men bl. 77 en 184.

Is dit oorspronkelik niet de bynaam voor eenen man die geerne suiker eet, of in meer uitgebreiden zin, voor eenen lekkerbek? En dan nog vier namen afgeleid van eene byzondere gesteldheid van een inwendig lichaamsdeel, van de lever. De volksmeening houdt zich veel met de lever op, en schrijft daar aan allerlei byzonderheden toe.

Dat aan dezen of genen persoon, die de opmerkzaamheid van anderen trekt door de eene of andere byzondere eigenschap van zijn lichaam of van zynen geest, eenen bynaam gegeven wordt naar aanleiding van die eigenschap, is eene zeer alledaagsche zaak, die nog heden veelvuldig onder ons voorkomt.

Dan Laars en Leers, Schoen en Schoe. Deze laatste naam vertoont den oorspronkeliken, zuiveren, eenvoudigen form van het woord. Van der Laars zal oorspronkelik wel de bynaam geweest zijn van eenen leersemaker, even als Van der Jas die van eenen kleêrmaker. Maar deze geslachtsnamen kunnen ook aan huisnamen ontleend zijn.

Ofschoon de mogelikheid bestaan blijft, dat deze namen wel eens in hunne eigenlike beteekenis bedoeld zijn, zoo zal toch in den regel dit woord keizer, koning, enz. wel als een bynaam voor den eenen of anderen burgerman gegolden hebben; zie § 119. Niet dat ik wil beweren dat geestelike heeren geen zoons hadden.

Ook als vadersnaam komt deze naam in de zuidelike Nederlanden voor; te weten als Winnepenninckx en zelfs als Winnenpenninckx. Voordewind was oorspronkelik wel een bynaam van iemand wien het voor den wind ging in het leven; anders gezeid: die voorspoedig was.

Immers kan ik my moeielik voorstellen wat iemand mag bewogen hebben, zulk een woord van onaangename beteekenis tot geslachtsnaam te kiezen. Of, zoo het oorspronkelik bynamen zijn, door anderen gegeven, dan is het my nog raadselachtig hoe iemand er in heeft kunnen berusten, dat zulk een bynaam zijn vaste geslachtsnaam werd.

Hazevoet, Haesevoet, en als patronymikon Hasevoets; zou dit geen bynaam zijn voor iemand van eene vreesachtige inborst, snel bereid tot de vlucht? Of voor iemand die zeer snel kan loopen? Het kenmerkende van den hazevoet is overigens, dat ook de zolen behaard zijn.

Het is reeds van ouds her in gebruik geweest om twee personen, die den zelfden naam droegen, van elkanderen te onderscheiden door eenen bynaam, ontleend aan de byzondere betrekking of verwantschap waar in die personen tot elkanderen, of ook tot anderen stonden.