United States or Jersey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Rijst met bloemkool I. Bloemkool wordt gekookt volgens R. 236 maar met ruim water en rijst volgens R. 330, maar met nog wat minder water. Als de rijst begint uit te zetten, voegt men er in genoegzame mate bloemkoolnat bij; van het overige nat maakt men een saus volgens R. 130. Men dient de gerechten en de saus afzonderlijk op. Rijst met Brusselsche spruitjes. Rijst met champignons.

Wanneer de Nederlandsche stadsmagistraten ter versiering van de vierschaar in het raadhuis tafereelen van vermaarde vonnissen of rechtsplegingen bestelden, zooals het oordeel van Cambyses door Gerard David te Brugge, of dat van keizer Otto door Dirk Bouts te Leuven, of de verloren Brusselsche schilderijen van Rogier van der Weyden, dan was het, om den rechters een plechtig en bloedig vermaan tot hun plicht voor oogen te houden.

Mijne moeder, Brusselsche van geboorte en sinds haar huwelijk in den Haag overgeplant, voelde zich daar recht thuis, en had zich een schrikbeeld van Leiden gemaakt, dat ik haar niet uit het hoofd konde praten; zich bekrimpen, zich behelpen wilde ze, desnoods op eene kamer van eene derde verdieping, maar den Haag te verlaten om te Leiden samen te gaan wonen met mij, dat scheen haar eene ondragelijke ballingschap.

Dat zwart fluweelen wambuis met die fijne kanten lubben, die op de witte, magere handen neerhangen, die satijnen broek van dezelfde kleur, met korenblauwe linten onder de knie vastgemaakt, die fijn lederen schoenen met strikken, in welker midden zich een gouden knoop bevindt en die halsdoek, die als een bef met breede plooien om den hals gestrikt, in echte Brusselsche kant nederhangt, doen 't u reeds vermoeden, indien de omgeving in de kamer er u geen zekerheid van gaf.

Voorts keurig glad gewreven Brusselsche stoeltjes met matten zitting, eene commode met marmeren blad, waarop eene pendule stond, door Herman in zijn besten tijd zelf vervaardigd, en waarvan zijne weduwe zich niet had kunnen ontdoen, hoewel die als curiositeit zeker nogal geld zou hebben opgebracht.

In één woord, het snoepig lachebekje is gerijpt tot eene belangwekkende jonkvrouw, die reeds niet meer vreemd is aan den strijd des levens. Hare gestalte is rijzig, hare houding los en bevallig. Zij heeft den toon en de manieren van eene jonge dame, die een jaar of drie op eene Brusselsche kostschool is geweest om hare opvoeding te voltooien.

Hoe smakelijk beschrijft Froissart de Brusselsche bonvivants, die den vetten hertog Wencelijn omringen in den slag bij Baesweiler; zij hebben hun knechten bij zich met groote flesschen wijn aan den zadelknop, met brood en kaas, pasteien van zalm, forellen en paling, alles netjes in kleine servetten gewikkeld; zoo staan zij de slagorde in den weg.

"En dan verder," vervolgde Suzanna, "verzoekt Henriëtte, dat gij aan Kaatje haar kapsel met rozeroode strikken vraagt, en haar kleed met de fontanges en haar zijden keurs, en haar Brusselsche schoenen en...." "Ik verzoek om verschooning, Mijnheer Huyck," zeide Henriëtte: "ik heb niets van dat alles gezegd; zooals Kaatje 't schikt, is 't mij wel. Foei Santje...."

»Reeds was het te laat geworden voor de Brusselsche tentoonstelling van dat jaar; en daarbij, wij waren nu in Augustus en het woeste revolutiespel werd ook in België, Frankrijk nagespeeld. Mijn tijd om naar Holland weer te keeren was het nog niet, en om eene verre reis, bij voorbeeld naar Italië te ondernemen, was ik te arm. »Toen dacht ik aan den Prins d'A. en zijn vroeger voorstel.

Men mag voor schorseneren nooit een metalen pan gebruiken, daar zij dan blaauw worden; de tijd voor het koken is 2 of 2 1/2 uur. Zij kunnen worden voorgediend bij kalfsfricandeau, fricadillen, kalfsgehakt of côteletten en jonge hoenders. Brusselsche spruit- of roosjeskool.