United States or Western Sahara ? Vote for the TOP Country of the Week !


Des morgens was ik met mijnen vriend, den Brusselaar, op St.-Willebrords, niet verre van de barricade, die dicht bij de stad, omtrent de danszaal De Gouden Appel, opgeworpen was. Wij hielden ons schuil achter de huizen der straat. Den ganschen nacht had men in de stad een hevig geweervuur gehoord, en klonk het er nog met meer aanhoudendheid.

Mijn vriend, de Brusselaar, was een waaghals; alhoewel wij nog niet goed wisten, hoe wij zouden worden ontvangen, deed hij geweld om vooraan te blijven; ik verliet hem geen oogenblik en liep als een ander held, met mijn groot pistool in de vermoeide vuist, juichend nevens zijne zijde.

Een sergeant van ons bataljon, een Brusselaar met name Jacques, was zoodanig door strijdlust aangejaagd, dat hij bij het terugwijken der Hollanders met eenige grenadiers zijner compagnie door hunne slagorde was geraakt, en onverwachts tegen de ruiters aanviel, die den oppergeneraal des vijands, Prins van Saksen-Weimar, omringden.

"Ja! het adresboek heeft derd'halve kolom met dien naam: dan zal de rechte moeilijk te vinden zijn." Onze Brusselaar denkt er niet aan, het adres, dat hij bij zich heeft, uit zijne brieventasch te halen. En wat zou het hem ook gebaat hebben? hij had toch geen licht, waar hij het bij zou hebben kunnen lezen. Weinig opgebeurd door de gedane mededeeling, zet hij alzoo zijne ontdekkingsreis voort.

Onze Brusselaar zet zich op den spoortrein, met het adres van zijn vriend in zijne portefeuille: X Smit, op de Keizersgracht, tusschen de Weesperstraat en Muidergracht W 424, en, vindt hij het huis niet, dan moet hij al zeer dom zijn, denkt hij; en hij denkt tevens, dat hij niet dom is, maar daarentegen begaafd met den bult der localiteit, welke hem overal het uitvinden van den naasten weg gemakkelijk maakt.

De boeren en 't gepeupel, op houten banken gezeten staande in de achtergrond van de zaal, luisterden met wijde ogen en gapende monden; de fatsoenlijke lui hielden het hoofd gebogen en de blik opzij, een weinig uit het veld geslagen door het zeer onaangenaam orgaan van de Brusselaar, en de bijzonder platte manier waarop hij zich in het Vlaams, dat hij maar zeer gebrekkig scheen te kennen, uitdrukte.

Zonder op het gevaar te letten, dwaalde ik tot den laten avond van de eene straat naar de andere, over alle plaatsen en markten, met mijn geweer zonder haan op den schouder, om, indien het mogelijk ware, mijnen vriend den Brusselaar te ontdekken.

Zij sprong mij zoo vurig en zoo woest aan den hals, dat ik, onder het onverwacht geweld zwichtend, met wijf en al op den rug ten gronde viel en mij ter dege aan het achterhoofd bezeerde. Mijn vriend, de Brusselaar, verjaagde het dolle mensch en hielp mij te been.

Onze Brusselaar stapt den wagen uit, volgt eerst den stroom zijner reisgenooten binnen de poort, en vervolgens de route, hem aangewezen, en bevindt zich alzoo, na tien minuten gaans, op de Keizersgracht, tegenover de kerk de Zaaier.

Het gezicht van het lijk weerhield ons een oogenblik; dan volgde ik mijnen vriend den Brusselaar naar de Groote Markt, waar al de geweren ten teeken van vreugde werden afgeschoten, onder aanheffen van een onbeschrijfelijk geschreeuw en gejubel.