United States or Guinea-Bissau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar de bollen het voedsel, dat zij voor den bloei noodig hebben, zelf reeds grootendeels verzamelden, is een goede, zandige tuingrond voor hen voldoende. Gewoonlijk gebruikt men een mengsel van twee deelen kleivrije tuinaarde, één deel oude broei- of compostaarde en een half deel zand.

De stengelachtige Begonia's worden gewoonlijk in het voorjaar een weinig ingesneden en daarna verplant, terwijl zij dan midden in den zomer nog eenmaal verplant moeten worden. Het beste grondmengsel is zeker: gelijke deelen broei-, heide- of bladaarde, waarbij 1/10 scherp zand wordt gevoegd. Gedurende den groeitijd moet overvloedig gegoten worden.

Eenige meer bescheiden variëteiten zijn echter niet zoo moeilijk. Bij de cultuur van alle Hippeastrums moet men er op rekenen, dat zij een goede, zware aarde verlangen, samengesteld uit 1/3 blad-, 1/3 broei- en 1/3 graszoden- of kleigrond, vermengd met een goede hoeveelheid zand, terwijl zij in haar rusttijd nooit geheel haar wortels verliezen.

Het beste plant men de Tulpen in een grondmengsel, dat bestaat uit gelijke deelen broei- en tuinaarde, waarbij men rijkelijk zand voegt; ieder ander zandig, doch niet te kleiachtig of vet grondmengsel kan men echter ook voor het oppotten van Tulpen gebruiken. Het best doet men drie bollen in een pot te planten, die maar juist zóó groot mag zijn, dat zij elkander niet raken.

Tegen het begin van den regentijd, in September, beginnen de knollen weder teekenen van leven te geven; zij worden dan voor den dag gehaald en in een mengsel van gelijke deelen broei- en blad- of heideaarde, goed met zand vermengd, opgeplant, voor een venster met morgenzon gezet en gelijkmatig begoten. De voortkweeking van de Cyclamen geschiedt door zaden.

Een weinig zwaarderen en ook voedzameren grond, een mengsel dus van ongeveer gelijke deelen, blad-, broei- en graszodengrond, verkiezen de niet zeer zwaar bewortelde, maar snel groeiende zomerbloemplanten, waartoe o.a. de Fuchsia's, Heliotropen en Pelargonium's behooren.

De overwintering geschiedt zeer goed in een vestibule of in een luchtigen kelder. Het zal om de paar jaar noodig zijn ze te verplanten, waartoe men een mengsel neemt, bestaande uit gelijke deelen compost-, broei- en graszodengrond.

In dezen grond, die zeer voedzaam is, groeien snel ontwikkelende planten uitstekend. Nog voedzamer is een soort van mestaarde, die men verkrijgt door stroovrijen koe- en schapemest op een hoop te zetten en zoo te laten verteren. Broei- en mestaarde kan men beschouwen als middelmatig zware grondsoorten.

Alle soorten van Abutilon, die in Brazilië thuis behooren, moeten des zomers buiten voor het venster gekweekt worden. Eenmaal 's jaars, bij voorkeur in het voorjaar, moeten zij verplant worden in broei- of compostaarde, vermengd met wat graszodengrond; des zomers kan men ze enkele malen flink gieren. In den winter zet men ze achter een zonnig venster in een koele kamer.

Des zomers kweekt men deze planten buiten; zij worden geplant in een grondmengsel, bestaande uit gelijke deelen broei-, blad- en graszodenaarde. Wil men mooie planten kweeken, dan is een herhaald verpotten noodig, waarbij vooral de kluit niet beschadigd mag worden. De overwintering geschiedt in een koud vertrek of wel in een lichten kelder.