United States or Croatia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het ros, vol ongeduld, aan 't brieschen, stampen, snuiven, Beschuimde 't fraai gebit en deed den bodem stuiven; De hoef- en wapensmids te paard, van hamers, leêr, Van vijlen rijk voorzien en spijkers, volgden 't heir; De schutters stonden voort gereed met boog en pijlen, Terwijl het boerenvolk met knuppels aan kwam ijlen. Palamon en Arcite.

Een blaffen schalt hem na en plotslijk trilt de lucht Van 't bassen van rondom, dat andwoordt. Kreten rijzen, En rossen brieschen; schelle woudhoorngalmen wijzen En seinen plaats en spoor. 't Gevogelt krijscht in 't rond. Al 't wild, vervaard, schiet op van 't leger, langs den grond.

Toen de koningsdochter op den berg kwam, stond daar boven niet de draak, maar de jonge jager, en hij sprak haar troostwoorden toe en zeide dat hij haar wilde redden, en hij geleide haar toen tot in het kerkje en sloot achter haar de deur af. Heel kort daarop kwam met loeien en brieschen de zeven-koppige draak.

Opdat echter de ontzettende hoogte, waartoe het paard opstijgen zal, de ruiters niet duizelig make, moeten zij zich de oogen laten blinddoeken en mogen zij dien doek niet afdoen, voordat het paard luid begint te brieschen. Dit is het teeken, dat de tocht volbracht is en de ruiters hun doel hebben bereikt." Na deze woorden bogen zich de mannen in klimop en verwijderden zich met haastigen tred.

Men heeft de Bisschoppelijken zien naderen en zich voor den strijd opgesteld. Een bende ruiters wacht hen af en rijdt met gevelde lans op hen in. Er ontstaat een vreeselijk gevecht. De paarden brieschen en hinniken, de zwaarden kletteren op schild en harnas, de ruiters heffen hun strijdleus aan, en 't gillen en kermen der gewonden en stervenden mengt er zich doorheen.

De grond was hard bevroren; helder klonken de hoeven der paarden; in dartele sprongen gaven zij mede door vurig brieschen en snuiven aan dat vrije gevoel lucht, dat èn mensch èn dier op een schoonen winterdag moet bezielen.

"Krachtig werkten de grootsche stemmen der natuer op myn gemoed; ik stond daer, luisterend op het brieschen der baren, op het huilen van den storm en op den eenzamen roep van matroozen, die als een doodkreet uit de diepte des nachts in myne ooren klonk.

Verre boven de drieschen Hoorde ik een peerdeken brieschen; Daar is noch wijf noch man, Die dat peerdeken breidelen kan. Mijn moeder kent een laken, dat kan zij niet vouwen, Mijn vader kent een appel, dien kan hij niet schellen, Mijn zuster kent kralen, die kan ze niet tellen. Belgische vorm: Laken, dat ge niet vouwen kunt, Een appel, dien ge niet schellen kunt, En geld, dat ge niet tellen kunt.

Zeer lang lag Tamalone geknield, aldoor starend naar haar gelaat; hij lag zoo lang tot het kind met betraande wangen in slaap was gevallen en hij eindelijk het brieschen hoorde van een paard; en omziende ontwaarde hij Walid met zijn gelen tulband, het hoofd achterover en een sabel in de hand. Zij zagen elkander een wijle aan.

Het was een schoon, maar tevens angstverwekkend schouwspel, zoo vele dappere strijders, in het rijden geoefend, en rijk gewapend, gereed te zien staan voor een zoo vreeselijk gevecht, als ijzeren standbeelden in hun zadels zittende, en het teeken tot den aanval met even groot verlangen afwachtende, als hunne moedige rossen, die door brieschen en stampen hun ongeduld te kennen gaven.