United States or Argentina ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onnoodig hier aan te toonen dat deze zonderlinge meening geheel verkeerd, en de geslachtsnaam Buddingh een oud patronymikon is, van den oud-germaanschen mansvóórnaam Budde, Butte, Botte. Buddingh is dus de weêrga van † Buttinghe en van Bottinga, beide ook patronymika van dezen zelfden mansvóórnaam, al is het dan in eenigszins anderen form.

Want het zijn samengetrokkene, verfloeide, versletene formen van de patronymika, op inga eindigende. Zoo is Bothnia oorspronkelik en voluit Bothinga, Bottinga; Sinia is eigenlik Sininga; Tania is Tanninga, enz. Deze zonderlinge afslyting van inga tot ia, van Sininga tot Sinia, vond hare eerste aanleiding zekerlik in de byzondere, zachte uitspraak der friesche g.

Talrijk zijn de geslachtsnamen en plaatsnamen, waar aan deze mansnaam ten grondslag ligt; b. v. Bottinga en Bottenga, de volle oude patronymika, en Botnia met Van Bothnia, de versletene formen daarvan; zie bl. 66. Verder Bottema, Botma, Bottens, Bots en Bottes, en in verkleinform Botje, Botke, Botjes, meest allen in de friesche gewesten inheemsch.

Hier volgen eenige oud-friesche vadersnamen, die allen den zuiveren ouden form op inga eindigende, vertoonen: Abbinga, Benninga, Bottinga . Deze namen komen, met zeer vele anderen soortgelyken, nog heden als geslachtsnamen in de friesche landstreken van Nederland voor, en zijn ook allen ontleend aan mansvóórnamen, die nog heden by de Friesen in volle gebruik zijn.