United States or Indonesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo deed Beäldar: hy, in d' opgang van zijn leven, De schoonste jongling uit den Reuzenstam; gesteven Door vijftien knapen, op zijn oorlogsroof vergast, En, met hem, wapenloos door 't pijlgegons verrast. Dees vat een boomtronk; die, wat de afgeknaagde schenkels Hem leevren tot geweer.

Toen we om het eind van den gevallen boomtronk kwamen, werd de houtsnip door haar vertrouwen in den steek gelaten bij 't gezicht van den vreemdeling en ze glipte geruischloos in het dichte loover weg. Daarna zagen we haar vier eieren, heel breed aan het eene eind, heel smal aan het andere, en prachtig gekleurd en gespikkeld.

Geen vroolijk gevogelte trok in dit anders zoo levendige jaargetijde door de lucht; alleen brak hier en ginds een raaf, op een staak of boomtronk gezeten, de stilte af met zijn krassend geschreeuw.

Doch, even als de vlam, door d'adem van de winden In 't dichte woud gejaagd, niet ophoudt van verslinden, En, strevende in het rond, de stammen nederslaat; Maar echter hier en ginds een boomtronk overlaat, Die by de walmende asch de ontblaârde kruin en takken Of, stout verheffen blijft, of moedloos neêr laat zakken; Zoo stond het in het dal van Nival met het heir.

Hij heeft tenminste één zonnig plekje in den top van een hollen boomtronk, waar hij graag in 't najaar in de zon ligt te stoven; en een geliefkoosden, reusachtigen boom met het diepste en warmste hol, dat hij zonder uitzondering voor zijn langen winterslaap gebruikt.

In plaats van daarna zijn weg in de richting van het water te volgen, sprong hij een gevallen boomtronk over, dien hij heerlijk vertoon van kracht zoo sierlijk "nam", alsof het spelenderwijs geschiedde, en stoof het moeras in, om den geur dien zijn vluchtende hoeven achterlieten te verdelgen.

Want, zoo thands eene doorgaande en geregelde luchtvaart de verbeelding nog eenigermate ontzet; wat zou de eerste schipper gedacht hebben, die zich met zijn vlotjen of hollen boomtronk aan 't nat overgaf, indien men hem van onze oorlogschepen en van de wijze van die door de zeën en stormen te voeren, verhaald had?

Dikwijls heb ik Mooween ook in de schemering aangetroffen, heel stil op een rotsblok of een grijzen boomtronk naast het meer of de rivier gezeten, terwijl hij door zijn zachte kleuren en zijn roerloosheid op een deel van den oever leek.

Plotseling kwam er een wijziging, een andere klank in, alsof er gevaar dreigde, en weer hoorde ik dat roepen om te volgen, en 't gekraak in het kreupelhout als ze wegsnelde. De lynx schoot mij weer te binnen en de korte, droevige geschiedenis die daar boven op den boomtronk geschreven stond.

En een droevige verwarring heerschte in die verlichte zaal. Buiten was het stil en zwijgend: alles schaduw, alles vaal. In de handen 't hoofd verborgen, in het oog een stillen traan, Zat de Lijfknaap op een boomtronk, in de dorre lindelaan. Ruischte daar geen staalgekletter? Dreunde daar geen hoefgestamp, Half gesmoord en gants verborgen in den vochten avonddamp?