United States or Taiwan ? Vote for the TOP Country of the Week !


De bloemen en vruchten groeien niet op de gladde heirwegen, maar daarnaast in een greppel of een ander verborgen hoekje. Zaken en menschen zijn schier overal gelijk geworden, eene gelijkheid ongelukkig meer door afslaan van het uitstekende dan door verheffing van het lage verkregen.

384. wort, praesens? ook 726, 727, 731, 732; maar wort praet. bij werden, wert 972, 1093, 1126, 1576, 1801. 407. die, naast dien; passim, vgl. Van Helten, Vondels Taal, § 124; Mndl. Van Helten, Vondels Taal, § 206, en Add. Maar al te veel bloemen staan dag aan dag te pronken; een frisse stengel hebben ze, maar niemand heeft er lust in.

Moeder, moeder, riepen 's morgens de kinderen, die het 't eerst ontdekten, naar de glazen loopende, wat heerlijke bloemen en beelden! Dat hadden 's nachts de geesten gedaan. Herinneringen aan alle streken der aarde penseelden zij op die ruiten.

Millioenen bloemen prijken in tuinen, op weiden, op bergen en in dalen, zoo ver het oog reikt. Zelfs de doornstruik heeft loof en bloesem gekregen, en komt onder de gasten, welke de aarde op haar bruiloftsfeest heeft genoodigd, regt voordeelig uit.

Zoo wordt zijn tuin een plaats van heerlijke herinnering, maar niet een plekje, met opzichtige bloemen overdekt, en met terrassen, die geen beteekenis voor hem hebben, en hem geen poëzie voor zijn geest schenken.

In haar jeugd geleken zij weinig op elkander, zoomin wat gelaat als karakter betreft, en schenen bijna geen zusters te zijn. De jongste wendde haar bekoorlijk hart naar al wat licht was, zij hield zich met bloemen, verzen en muziek bezig, kon zich met etherische geestvervoering in hooger sferen verplaatsen en was reeds van haar kindsheid af aan het ideaal van een denkbeeldigen held verloofd.

Waar toch groeien hier in den omtrek blauwe anemonen al in 't begin van April, behalve in 't berkenboschje op Ekeby. En ze zit op die blauwe sterretjes te staren, die gelukkige bloemen, die alle menschen liefhebben, die kleine profeten, die zelf schoon, ook nog door den glans bestraald worden van de schoonheid die ze aankondigen, die zeker komen zal.

Stil zat hij er, en dacht en schreef: O Limburg mijn geliefde land, Met zooveel bloeiend schoon beplant Van bloemen en van boomen, Van velden die, vol gelend graan Als golven gouds aan 't wiegen slaan, Wanneer de winden komen,

Hij ging mede, voortdurend bij zich-zelven denkende: 'Het kan niet, zóó kan het niet, het moest alles heel anders zijn. Doch hij volgde het glanzig-blonde haar, dat hem voorlichtte. Ach! nu ging het droevig met den kleinen Johannes. Ik wenschte, dat zijn geschiedenis hier eindigde. Hebt gij wel eens heerlijk gedroomd, van een toovertuin met bloemen en dieren, die u liefhadden en tot u spraken?

Toen, als hadden de woorden al die jaren liggen wachten tot op dit oogenblik, stortten zij haar over de lippen: "O, de meisjes, de vrouwen, die dol op oorlogspoëzie, de kanonnen omkransen, de bajonetten versieren met bloemen uit hun tuintje...., dachten ze dan niet n