United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar steeg zij af, bond den bles aan een jongen beuk, en daalde, haar sleep over den arm, in de groote kom van zand, die men op de Horze algemeen den Witten Kuil noemde. Het zand korrelde af onder haar tred; blokken zand vielen naar beneden en lieten een roodachtige kleilaag, waardoor de wortels der boomen heendrongen, zichtbaar.

Met vermetele kracht wierp hij het spit naar beneden, en riep met forsche stem: "Wit wit wit Hier komt een ijzeren spit." Woest ijlde Bles den berg af. Uit den kuil steeg de witte wive, haar klauwen uitgespreid, den mond wijdgeopend en onmiddellijk was ze achter den ruiter. De stormwind stak op en sloeg het graan naar beneden; de takken der boomen kraakten.

Zij knoopte heur handschoenen dicht en glimlachte. In orde! sprak Paul en keerde zich tot haar. Hij hielp Freddy opstijgen, terwijl zij heur voet op zijne hand zette en uitgelaten klopte zij den bles op den glanzenden hals. Ook Paul zat op en Klaas zag hen met genoegen langzaam wegrijden. Hij vond hen een flink paar, beiden gezond en sterk, met vroolijkheid in de oogen en kleur op de wangen.

"Dit zal zeker de Blankert wezen," zeide Casper, die insgelijks het licht ontwaarde: "Wij worden opgewacht. 't Is goed dat wij naderen, want Bles zou 't geen tien minuten meer kroppen. Vort, Bles!" en het regende weer zweepslagen. Inderdaad naderde het voertuig de Blankert, en duidelijk ontwaarden de reizigers nu een persoon, die met een lantaarn op- en nederging.

Verder wist zij hare woorden niet meer te vinden, wist zij niet meer wat te doen. Hij bleef haar aanzien, half verlegen, half driest smeekend en steeds glimlachend. En op eens, als met eene plotselinge ingeving, liet zij zich van den bles glijden, zette zich den afgevallen hoed op het, nu loshangende haar, en raapte haar karwats op. In een seconde zat zij weder in het zaâl.

Ik dreef mijn paard tusschen het struikhout, dat zich aan den oever bevond en mij volkomen dekte, wanneer ik mij maar een weinig vooroverboog. Daar bleef ik op wacht. Wat ik vermoed had, gebeurde. Nauwlijks vijf minuten later kwam hij in draf mij voorbij en de brug over. Hij reed op den bruin met de bles, had een geweer aan zijn zadel hangen en een heidukkenbijl op zijde.

"'s Anderedags a 'k 'n segaar krijg kan 'k beter door prakkezeere 's anderedags, ja, toe ginge we na die manege, waar ondergeteekede drie paarde vroeg, bestaande uit 'n bruine, 'n vos met witte pootjes, wat genoemd wordt 'n bles, èn 'n schimmel voor z'n eksjellentie. Die 'ortsikke werde opgezadeld, en toe stuurde ik me eerste educan met 'n briefie, dichtgevouwe

Een dames portret van Bles vond ik ook heel mooi, maar Maeceen riep er zoo erg niet over; hij zei dat hij veel mooier stukken van hem had gezien en dat ik er gevoegelijk de woorden aangenaam gepenseeld, iet of wat gemaakt en oppervlakkig bij kon zetten.

"Vóór zessen zijn wij reeds aan de Roemer," zeide hij; maakte toen den voederzak los; deed het paard het bit in den bek, en dwong, met een: "Terug, Bles!" het reeds zoozeer vermoeide beest eenige stappen achteruit te doen. Buiten den stal gekomen, wendde hij den wagen naar de andere zijde: nam de touwen leidsels in de hand, en beklom weder het voertuig.

Zou ’k van avond alweer vegen?” mompelt hij verdrietig, terwijl hij de zweep in den koker zet en den rechterarm tegen zijn lichaam slaat om gevoel in de vingertoppen te krijgen. „In godsnaam dan, vort! Brrr! wat is het koud.” ’t Is hem alsof hij nu eerst recht den snerpenden wind voelt en ’t snijden van de vorst. „Hort, bles! dan maar naar stal.”