United States or Kenya ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men wachtte van eene Fransche overwinning herstel voor Denemarken. De eerste berichten omtrent Duitsche overwinningen wilde men niet gelooven. Maar toen Frankrijk verslagen was, kwam Bjørnson tot de overtuiging, dat men 'de signalen moest veranderen'. En hij werd Pangermanist.

Maar wanneer men het eerste gedeelte van Det flager leest, waarin Bjørnson den stijl namaakt van een bekrompen copist, die met eerbied de gewelddaden der familie Kurt beschrijft, dan ziet men, hoe deze schrijver vertellen kon, wanneer hij de moeite deed, zich in eene situatie in te denken.

Neemt men dat in aanmerking, dan kan men iets verstaan van de groote beteekenis, die in Noorwegen aan de geheele persoonlijkheid van Bjørnson gehecht wordt. En dan begrijpt men ook, dat de dichter soms overschat wordt. Want in het oordeel speelt de liefde eene rol, en de liefde is naijverig.

Deze komt met Vinje's kritiek op Bjørnson's volgende vertelling Arne, die later zal besproken worden. De kritiek komt van een man, die zelf van boerenafkomst was, die de boeren beter kende dan Bjørnson, en die den schrijver verwijt, dat zijn figuren geen boeren maar verkleede stadsmenschen zijn, en wel stadsmenschen van een bepaald type, droomers met sterk werkende traanklieren.

Anders Bjørnson. Hem is het niet te doen om propaganda te maken tegen eene maatschappelijke klasse, maar voor eene moreele gedachte, deze namelijk, dat men geen vrede kan hebben, wanneer men leeft in onware verhoudingen. Zijn speculant is diep ongelukkig, zoolang de waarheid er niet uit is, maar nauwelijks heeft een edel advocaat hem tot bekentenis gedwongen, of de man voelt zich verlicht.

Daarna wendt ook Bjørnson zich tot het publieke leven, dat wanneer men een stof uit de oudheid kiest, natuurlijk geconcentreerd is in de vorsten. Dit is de lijn, die men bij beide dichters kan volgen, van de familiesaga, die minder de stof levert dan wel een wijze van behandeling aangeeft, naar de koningensaga, aan welke nu ook de stof zelf ontleend wordt.

Den zedelijken moed hadden beiden, de gedachten zijn van Ibsen, de klinkende stem in de vergaderzaal is die van Bjørnson. Ibsen heeft, zooals G. Gran het uitdrukt, aan Stockman Bjørnson's stem gegeven. Ook de overige personen zijn scherper getypeerd dan in eenig vroeger stuk.

Pangermanisme was slechts een verbreed Skandinavisme, datgene, waarop men af moest sturen, was een zelfstandig Noorwegen in Skandinavië en een zelfstandig Skandinavië in een groot Germanië. Hij ging zoover, daarover in Kopenhagen voordrachten te houden. Deze omslag van Bjørnson, door hem zeker eerlijk bedoeld, maar van weinig inzicht getuigend, veroorzaakte een levendigen pennestrijd.

In de zaken, bij voorbeeld, die het theater betroffen, hebben Ibsen en Bjørnson, beide anders groote vrienden van Denemarken, heftig gestreden voor het bevorderen van Noorsche kunst en het weren van Deensche tooneelspelers. Op gelijke wijze was men op bepaalde punten al zulke, die het bestuur van het land aangingen anti-Zweedsch.

Ook de figuur van Olaf den heiligen geeft hij met warmte weer. Maar Bjørnson zou Bjørnson niet zijn, als hij niet geprobeerd had, het verhaal mooier te maken, dan het was. De soberheid der bekeeringsgeschiedenis staat hem, zooals te wachten was, niet aan.