United States or Jersey ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ik moet zien, waar de kerel is". De vreemdeling sprong in de veranda en ging vóór Hoïchi staan, die over zijn geheele lichaam beefde, ontzet over den toestand. "Ha!" riep de vreemdeling. "Dit is de biwa, maar in plaats van den speler zie ik niets dan twee ooren! Nu begrijp ik, waarom hij niet antwoordde. Hij heeft geen mond, alleen zijn beide ooren! die ooren zal ik naar mijn meester brengen!"

Dagen aaneen zat Visu daar op den Fuji te staren en juist dacht hij er over na, hoe prachtig het voor een zoo indrukwekkenden berg zou zijn, als hij zijn eigen schoonheid kon aanschouwen, toen zich plotseling een groot meer voor hem uitstrekte, dat de vorm had van een lint, en dat daarom Biwa genoemd werd. De Avonturen van Visu.

Op hun terugtocht schrikten zij echter, toen zij het geluid van een biwa hoorden op het kerkhof van den tempel, en toen zij die sombere plaats binnentraden, zagen zij den blinden priester zitten. Hij zat op het graf van Antoku Tenno, den jeugdigen keizer, waar hij zijn biwa luid deed klinken en tegelijk met luider stem het verhaal zong van den slag bij Dan-no-ura.

Hoïchi begon te zingen onder begeleiding van zijn biwa. Zijn bekwaamheid was zóó groot, dat de snaren van zijn muziekinstrument het geluid van roeiriemen, de beweging van schepen, het geschreeuw der bemanning, het geluid der zich verheffende baren en het snorren van pijlen schenen na te bootsen. Een zacht gemompel van goedkeuring begroette Hoïchi's prachtige voordracht.

Hokkeji, in Harima. 27. Shosha-san, in Harima. 28. Nareai-ji, in Tango. 29. Matsunoo-dera, in Wakasa. 30. Chikubu-shima, eiland in het Meer Biwa, in Omi. 31. Chomeiji, in Omi. 32. Kwannonji, in Omi. 33. Tanigumi-dera, bij Tarui, in Mino . De "Zaal van de Tweede Maan".

Het bewoog zich niet langer; het licht in zijn oogen en pooten verzwakte en ging eindelijk uit, en het meer Biwa, met zijn onderzeesch paleis, werd in diepe duisternis gehuld. De donder raasde, de bliksem flitste, en een oogenblik scheen het, alsof het paleis van den Drakenkoning op den grond zou vallen. Den volgenden dag was ieder teeken van den storm verdwenen. De lucht was helder.

Eens op een avond was Hoïchi alleen in den tempel achtergelaten, en daar het een zeer warme avond was, bleef hij op de veranda zitten, waar hij herhaaldelijk op zijn biwa speelde. Terwijl hij daarmede druk bezig was, hoorde hij iemand naderen, die den kleinen achtertuin van den tempel overstak. Daarna riep een diepe stem van onder de veranda: "Hoïchi!" En nog eens klonk de stem: "Hoichi!"

Toen dien avond een beroemd muziekspeler de biwa bespeelde in de hoop, de zieke Prinses aangenaam bezig te houden, verscheen weer achter de pioenrozen dezelfde jonge man in hetzelfde zijden gewaad. Ook den volgenden avond, terwijl Yae en Yakumo op de fluit en op de koto speelden, verscheen de jonge man weer.

Hij heeft gehoord, hoe voortreffelijk gij het verhaal van den strijd voordraagt, en heeft mij bevolen, u vóór hem te geleiden, opdat gij hem uw bekwaamheid kunt toonen. Breng uw biwa mede en volg mij. Mijn meester en zijn doorluchtig gezelschap wachten op uw geëerde tegenwoordigheid." Hoïchi, die meende, dat de vreemdeling de één of andere edele samurai was, gehoorzaamde onmiddellijk.

Hij trok zijn sandalen aan en nam zijn biwa mede. Met ijzeren hand geleide hem de vreemdeling, en zij liepen haastig voort. Hoïchi hoorde wapengekletter naast zich; maar hij was geen oogenblik bevreesd, en hij verheugde zich in het vooruitzicht van de eer, zijn bekwaamheid te kunnen toonen voor een uitgezocht gezelschap. Toen hij aan de poort kwam, riep de vreemdeling luide: "Kaimon!"