United States or Bermuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijn gastheer staarde bijwijlen somber voor zich uit en zijne schoone dochter wischte nu en dan steelsgewijze eenige tranen weg.

Hij beitelde de zestig kolommen van de galerij, die de binnenplaats omgeeft, een wonderbaar fantastisch, grotesk poëem, dat bijwijlen aan oostersche feëriën denken doet.

Het is wel, zoo gij, onder een van beide jammeren, den lust overhoudt, om op te merken, dat de proeven, die ons volk bijwijlen van Oostersche beeldspraak neemt, doorgaans afgrijsselijk uitvallen.

Hier kwam het talent, dat zij reeds vroeger enkele malen had uitgeoefend, eerst recht tot bewustzijn, de gave der improvisatie. Zoo had zij een groot jaar geleefd, verdeeld tusschen het atelier, tusschen de vroolijke bijeenkomsten in de Villa Gloriosa, en bijwijlen het optreden in het kleine theater als improvisatrice, waarmede zij reeds eenigen roem begon te verkrijgen.

"Kolommen vuurs, vreemdsoortige, verschrikkelijke, majestueuse gedaanten stooten op alle punten van den hemel tegen elkander; men zou zeggen gloeiende houtskolen, bijwijlen stroomen bloeds... Zou de natuur, evenals de mensch, visioenen hebben? Deze Noordsche natuur, misdeeld, ingeslapen, schijnt droomen van ballingen te droomen."

Bijwijlen vroeg hij, bang zijne wenkbrauwen optrekkend: Milly, vindt ge 't alzoo plezierig? Milly wist dan wel de beteekenis van de scheeve roering, die in zijn oogen lag; maar ze was blind voor de beelden van zijn angst. Hij schoof naderhand dichter aan bij haar, en zette zich te rooken.

De zaal heeft den vorm van een grieksch kruis, waaraan zij ook haar naam ontleend: het is een dier meesterstukken van bouwkunst, zooals de achttiende eeuw ze bijwijlen wist te scheppen, en die volkomen beantwoorden aan de voorstelling, die wij ons van de antieke paleizen vormen.

Bijwijlen steeg het gesprek van kijvende menschen. Een ruiter voer over het aarden pad. De kloefslag dreunde dof en deed, zou men zeggen, iets roeren in huis.

Ook Madeleen en liet zich door geen troosting roeren en zat in zwijgende neerslachtigheid precies te voelen over haar den stillen gang van den tijd. Niemand sprak over het kind. Tante Olympe was lijk een automaat den vloer aan 't affledderen en stond bijwijlen zonder kijken te roefelen over een zelfde plekke. Ge moet ulie struisch houden, zei Goedele.

Daar zat bij het licht de vrouw te breien, de schoenmaker werkte aan een paar vrouwenschoentjes, die hij van voren met fraaie strikjes voorzien had en bijwijlen met welgevallen beschouwde.