United States or Saint Martin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Schade kunnen de Guineesche Biggetjes ons niet toebrengen, tenzij hun als woonplaats een kamer is aangewezen en zij hier aan het houtwerk knagen. De schade is echter van geen beteekenis in vergelijking met hunne goede eigenschappen, waardoor zij menigeen genoegen verschaffen en dus nuttig zijn.

Hulst, mistletoe, roode bessen, klimop, kalkoenen, ganzen, wild, gevogelte, ribbestukken, stukken vleesch, biggetjes, worstjes, oesters, pasteien, puddingen, vruchten en punch, verdwenen op hetzelfde oogenblik. Eveneens de kamer, het vuur, de roode gloed, het nachtelijk uur, alles verdween, en zij stonden in de stadsstraten op Kerstmorgen, waar (want het weder was erg koud) de menschen een onwelluidende, doch levendige en niet onaangename, muziek maakten, door het wegschrapen der sneeuw van het plaveisel voor hunne woningen, en van de daken hunner huizen, vanwaar de jongens het met wilde vreugde naar beneden zagen vallen in de straat en uiteenspatten in kunstmatige sneeuwstormen. De gevels der huizen zagen er donker uit en de vensters nog somberder, afsteken als ze deden tegen het zachte witte sneeuwlaken op de daken, en tegen de smoezeliger sneeuw op den grond, welke laatste doorploegd was door de diepe voren die getrokken waren door de zware raderen van karren en wagens; voren die elkaar honderden malen kruisten en weder kruisten daar waar de hoofdstraten bij elkaar kwamen en ingewikkelde kanalen vormden, moeilijk om na te gaan, in de dikke gele modder en het sneeuwwater. De lucht was somber en de kortste straten stonden vol dikke vuile mist, half ontdooid, half bevroren, welker zwaardere deeltjes neerkwamen in een regen van roetdeeltjes, alsof alle schoorsteenen in Groot-Brittannië volgens

Volgens de onderzoekingen van Nehring misten de mummiën van de Guineesche Biggetjes uit den Inca-tijd, die op het Doodenveld van Ancon in Peru gevonden worden, steeds de zwarte vlekken. De effenkleurige waren wit of roodachtig bruin; de tweekleurige hadden een der zooeven genoemde grondkleuren en roodachtig bruine of geelachtig witte vlekken.

Daarentegen wordt het bij de Indiaansche stammen van Brazilië, die nog niet met andere volken in aanraking gekomen zijn, in getemden staat niet aangetroffen. Behalve effenkleurige Guineesche Biggetjes, van welke de witte het veelvuldigst voorkomen, ziet men gewoonlijk alleen driekleurige: wit, geel en zwart gevlekte.

Op de wijze van Guineesche Biggetjes, begroeten zij den bezoeker van haar gebied met luid geknor en gepiep, alsof zij hem het binnendringen willen beletten. Alleen als zij rondloopen, nemen zij bij nadering de vlucht, snellen naar een van hare tallooze gaten en blijven daar zitten. Verder wijken zij niet terug, hoewel het te voorzien is, dat zij doodgeslagen of medegenomen zullen worden.

Op den grooten weg kwam een man aan, en dreef een troep Skaansche biggetjes voor zich uit, die nog maar een paar weken oud waren, en op het land verkocht moesten worden. Ze stapten er dapper op los, zoo klein als ze waren, en drukten zich dicht tegen elkaar aan om elkaar te beschermen. "Knor, knor!" riepen de biggetjes. "Wij zijn te vroeg van Vader en Moeder weggenomen!

Gevangen Hazen worden licht tam en nemen zonder bezwaar alle soorten van voedsel aan, dat men aan de Konijnen geeft; zij zijn echter teer en aan groote sterfte onderhevig. Als men ze alleen hooi, brood, haver en water, maar nooit groen voer geeft, blijven zij langer in leven. Jonge Hazen, die in 't hok van de oude gebracht zijn, worden in den regel doodgebeten. Hetzelfde lot ondergaan de meeste andere zwakke dieren; in mijn hazenperk vond ik eens een doode, half opgevreten Rat. Met Guineesche Biggetjes leven de Hazen in vrede; met Konijnen en Sneeuwhazen paren zij, waardoor bastaardvormen ontstaan de zoogenaamde Haaskonijnen of Leporiden , die zoowel bij paring onderling, als met dieren van de vaderlijke of moederlijke soort een vruchtbare nakomelingschap opleveren. Verreweg de meeste van deze bastaarden hebben een Haas tot vader en een Konijn tot moeder. De jongen, welke ontstaan, wanneer de wijfjes van dezen bastaardvorm met een Haas paren, zijn het voordeeligst. Van deze dieren heeft men reeds in vele opeenvolgende geslachten de uitkomsten van de voortplanting nagegaan, en opgemerkt, dat hun vruchtbaarheid niet afnam. Het wijfje brengt zesmaal per jaar telkens vijf

Wanneer men zich veel met de Guineesche Biggetjes bemoeit, worden zij zeer mak hoewel zij hun vreesachtigheid nooit geheel afleggen en wegens de geringe ontwikkeling hunner geestvermogens zelden zoover komen, dat zij hunne verzorgers van anderen onderscheiden. Er zijn echter ook uitzonderingen.

Een geheele rij vrouwen komt er aan met kruiken sagoweer op het hoofd, zakken ketela, groente, rijst, stapels kains en sitsen goed, en zelfs levende biggetjes, die worstelend tegen het touw, waarmee zij aan elkander en aan den vierkanten draagbak vastgesjord zijn, zwarte snuiten in de hoogte steken en wijdmuils schreeuwen, terwijl de draagster onbekommerd voortloopt met haar lichte, sierlijke schreden.

Biggetjes roept men door een smakkend geluid met de tongpunt, die artikuleert tegen het gehemelte. Den hond roept men bij zijn naam. Zie Driem. Bladen VI, bl. 58.