United States or Palau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bezie de zaak uit een zuiver wetenschappelijk oogpunt. Je vraagt immers ook niet, waarvan de doode lichamen komen, waar jij je proeven op neemt. Vraag er dan nu ook niet naar. Ik heb je er al te veel van verteld. Maar ik bezweer je, dit voor mij te doen. Eens waren wij vrienden, Alan. Spreek niet over die dagen, Dorian, zij zijn dood. De dooden verwijten soms. Die man daarboven gaat niet weg.

Zooals ik U verbrand en zooals het in Uw vermogen is, aldus verbrand van haar die ik bemin, Athenodōra, de hersenen, brand uit haar en wring er uit het binnenste, doe het bloed uit haar uitdruppelen totdat zij kome tot mij, Calliclēs, den zoon van Timocleia. Ik bezweer U bij Marparkourith, Nasaari, Naiemarepaiparine, Kouri.

Nu antwoordde de priester wien het zweet langs het gelaat liep, zoo hard werkte hij knorrig: "Ik bezweer u bij uw ouden dag, laat mij met rust! Ik kan u mijn ongeluk niet vertellen." De honderd dochters. Maar dit antwoord maakte den ouden man nog nieuwsgieriger en nog sterker drong hij er op aan te mogen hooren, waarom de priester op een heiligendag werkte.

Boet voor uw opzet, keer Zijn wraakvuur eer 't ontgloed'! Vergeet voor eeuwig die u minde, die gy 't harte Verscheurde, en in 't heelal geen' balsem voor haar smarte, Geen troost meer, overliet. Ja, dat ik 't u bezweer'! Verplet Gods wraak me, en u, ziet gy my immer weêr !" Zoo spreekt ze en ijlt vol drift den Jongling uit zijne oogen.

Zal ik, Dakerlia. deze zending aan vreemde handen overlaten, en rust en vrijheid te Lampernisse gaan zoeken, terwijl mijn verloofde hier stervend misschien ligt uitgestrekt en om hulp en lafenis kermt? Neen, neen, wat gij vraagt is onmogelijk. Het denkbeeld zulker lafheid alleen brengt mijne verontwaardigde ziel in opstand, en ik bid u, ik bezweer u, heeren, spreekt mij er niet meer van!"

Werp u aan de voeten van vrouw Damhout, bezweer haar bij hare vorige goedheid voor u. Zij zal ons redden, wees er zeker van." "Ja, moeder, de strijd is ten einde; ik gevoel mij weder eenige sterkte," murmelde de bange maagd. Toen zij het huis gingen naderen, bemerkte Godelieve door de vensterruiten, dat een man, een heer, in de verlichte kamer stond.

Hij liet den logementhouder komen. "Mijnheer," zeide hij, hem strak aanziende, "is dat konijn?" "Ja, mylord," antwoordde deze zonder blikken of blozen. "En het heeft niet gemauwd, toen men het doodde?" "Gemauwd! Maar! mylord! een konijn! Ik bezweer u...."

"Arme Cosette!" mompelde hij, "wanneer zij verneemt dat..." Bij deze woorden beefde Jean Valjean over al zijn leden. Hij richtte een verwilderden blik op Marius. "Cosette! ach ja, 't is waar, ge zult het Cosette zeggen. 't Is billijk. Zie, ik had er niet aan gedacht. Men heeft kracht tot het eene, maar niet tot het andere. Ik bezweer u, mijnheer, geef mij uw heiligst woord. Zeg het haar niet.

"Zoo is het! zoo moest ik u doen smeeken; maar neen; de dood van het knaapje is besloten: en voor de muren van uw slot zult gij het met het water zien spartelen." "Onmensch! ik bezweer u." "Vruchteloos!" "Welnu! zie mij vernederd: ik werp mij voor u in 't stof, doch spaar mijn kind!" "Heerlijk, verrukkelijk schouwspel!

't Was voor mijn braven Thom bestemd als hij ooit.... Maar Thom wil er niets van weten. De goede jongen zegt dat hij de dingen nog liever verbranden zag dan in de secretaire liggen terwijl ze ú helpen konden. Och dokter, misschien kunnen ze u steunen voor 't oogenblik, en dan dan... Ja ik moet toch spreken, al zoudt u 't me nooit vergeven: Mijn vriend ik bezweer u, ga met Eva zoo niet voort.