United States or Réunion ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hun form is algemeen-nederlandsch, maar juist hun aantal over eene betrekkelik kleine uitgestrektheid verspreid, maakt hen opmerkelik. Oorspronkelik zijn het allen ware huisnamen geweest, aan huizen, niet aan personen eigen. Maar zy zijn overgegaan op de bewoners der aldus genoemde huizen. Zie hier eenigen van die namen, die geenen naderen uitleg vereischen: Beekhuis, Berghuis, Bolhuis, enz.

Maar dit komt betrekkelik zelden voor. Meestal zijn het onadellike verwantschappen, die deze oude namen voeren, omdat een hunner voorouders, die eerst dien naam als een toenaam aannam, toevallig op de eene of andere wyze, als hoorige of dienstman of pachter, aan dat oude huis verbonden was, of misschien ook slechts op het grondgebied daar van geboren was.

In vele gevallen zijn die latynsche en verlatynschte namen als vaste toenamen overgegaan op de zonen der mannen die zulke namen het eerst voor zich zelven bedacht en gevoerd hadden. Maar in betrekkelik weinige gevallen zijn zy in lateren tijd tot vaste geslachtsnamen by de nakomelingschap geworden, en tot onzen tijd in stand gebleven.

De vrouw van Viljoen, die met haar kinderen van de wagen was geklommen, wilde weer daarin beschutting zoeken tegen het onweer, maar Galant hield haar tegen, en op zijn aandringen spoedde zij zich met de kleinen terug naar de wagen van Uijs, die betrekkelik veiliger was geplaatst.

De namen die op stra eindigen, komen in Groningerland betrekkelik slechts zeldzaam voor, en dan nog het meest in het zoogenoemde Westerkwartier, in de gouen die aan het westerlauersche Friesland grenzen.

Ik zal hier dan ook slechts betrekkelik weinig bladzyden aan de behandeling dezer zoo talryke namengroep kunnen wyden, en slechts een klein getal van die namen, als voorbeelden, vermelden. Byzondere of merkweerdige namen komen er slechts zeldzaam onder voor.

Volgens hoogduitsche taalgeleerden beteekent deze naam, die reeds zeer oud is, en in Duitschland reeds betrekkelik vroeg in de middeleeuen voorkwam, in het Oud-Hoogduitsch: »rijk aan zaligheden." Immers is Saeldenrich de oudste form waaronder deze naam voorkomt.

De eigene volksaard der Walen, zoo geheel verschillende met dien der germaansche Nederlanders, zoowel als hunne byzondere romaansche volkstaal, die met de onze in geenerlei verband staat, was steeds een beletsel tot innige toenadering. Dien ten gevolge komen er onder ons dan ook slechts betrekkelik weinig byzonder-waalsche geslachtsnamen voor.

Zeldzaam zijn zy nergens; maar in de noordelike en oostelike gewesten komen ze betrekkelik weinig voor. Hoe zuideliker van Friesland en Groningen en noordelik Noord-Holland men komt, hoe talryker men ze ontmoet.

Eenigen er van zijn ook tot op den dag van heden in gebruik gebleven; by de Friesen vooral is dit met betrekkelik velen dezer namen het geval. Men noemt deze enkelvoudige namen wel naamstammen, wijl de latere samengestelde namen uit deze naamstammen ontstaan zijn en geformd. Weldra toch, by toenemende volkrijkheid, waren deze namen niet meer voldoende ter onderscheiding.