United States or Malaysia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Vrienden," sprak de oude bazin, "stelt u nu maar op uw gemak en doet alsof gij te huis waart. Wij hebben allen ons werk: ik moet koken, bijna den geheelen dag; onze Trees, daar, moet mij helpen en de koeien in den stal verzorgen; onze Beth, welke gij straks zult zien, moet op de zotten letten; mijn man en mijne twee zonen zijn aan den veldarbeid.

Onze Beth doet meer: zij aanschouwt die kamers, daar achter, als haar klooster; en met haar leven aan de verpleging der zotten te besteden, meent zij het toe te wijden aan God.... Heb dank, fourier, heb dank voor mijne dochter." En onder het uitspreken dezer laatste woorden ging hij, door zijne beide zonen gevolgd, de kamer uit, om den onderbroken veldarbeid te hervatten.

En al had Helena dat alles ook kunnen gissen, dan zou zij toch vertrokken zijn; want de tegenwoordigheid van Aristobulus Beerenkooi kon haar niet van streek brengen. »Bet!" »Beth!" »Bess!" »Betsy!" »Betty!" Die reeks van namen weerklonk weer in de hall. Maar ditmaal verscheen juffrouw Bess en ontving de bevelen om den volgenden morgen voor een dadelijk vertrek klaar te zijn.

"Ja, ik zie het wel, mijnheeren," zeide de bazin, "het verwondert u, dat onze kostgangers eensklaps zijn verdwenen. Mijne dochter Beth heeft ze in de zottenkamer geroepen, opdat zij u, ten minste dezen morgen, niet zouden storen. Anders gaan en komen zij vrij door ons huis, in den hof en zelfs op straat.

»Beth!" »Bess!" »Betsy!" »Betty!" Juffrouw Bess verscheen ditmaal terstond. »Wij vertrekken morgen!" zei broeder Sam. »Morgen, bij het krieken van den dag!" vulde broeder Sib aan. Dat was voldoende; zonder naar meer te vragen, beijverden juffrouw Bess en Partridge zich, alles dadelijk voor het vertrek gereed te maken.

"Ja, Carabos, zooals onze prinses hem gedoopt beeft. Die ligt aan ketens geboeid, zoolang ik afwezig ben." "Ha, dit is altijd eene verzekering; maar indien hij bij ongeluk zijne keten verbrak?" Beth glimlachte, en zich een weinig ter zijde over den vloer buigende, wees zij met den uitgestrekten vinger ten gronde.

Ik had ze niet weggekregen: zij moesten onze nieuwe soldaten zien, maar onze Beth is de moeder der zotten; op den klank harer stem of op eenen wenk van haren vinger, gehoorzamen zij goedwillig, ja, zelfs de reus Carabos, zooals de prinses Ermelinde hem noemt, die anders, nacht en dag, zou moeten geboeid liggen.... maar, dank zij onze Beth, nu kan de arme man van tijd tot tijd in de zottenkamers wat rondwandelen en zijne leden uitrekken."

»Wij gaan onze beschikkingen treffen," zei miss Campbell, »en heden vertrekken wij nog!" »Welnu, vertrekken wij dan!" antwoordden de twee ooms, die hunne onbezonnenheid slechts door een geheel lijdelijke gehoorzaamheid konden trachten goed te maken. En volgens ouder gewoonte weerklonken weer de uitroepen: »Bet!" »Beth!" »Bess!" »Betsy!" »Betty!" Juffrouw Bess verscheen, vergezeld van Partridge.

Zoo kon hij dan tevens met de andere kostgangers, welke hij nog niet had gezien, kennis maken, onder anderen met de oude vrouw, die altijd op zoek was naar haren verloren neus; maar de fourier noch de sergeant-majoor wilde van zulk bezoek hooren, en zij drukten hunnen afkeer van de zinneloozen zoo onbewimpeld uit, dat Beth er door gekwetst of vernederd werd, en van toen af zich weinig genegen toonde om nog veel in samenspraak met de gevoellooze soldaten te komen.

Zij twijfelden niet, of deze plaats aan tafel was bestemd voor Beth, de moeder der zotten, die met eenen wenk harer oogen den reus Carabos kon doen gehoorzamen.... Maar toen het middagmaal reeds halve was afgeloopen, had nog niemand den ledigen stoel ingenomen.